The Dutch term "steen en been klagen" matches the English term "wail, lament"

other dutch words that include "en" : english :
aaien stroke, fondle, caress, chuck
aalbessenjam currant-jam
aalmoezenier padre, chaplain
aalmoezeniershuis workhouse, almshouse
aambeien haemorhoids
aan de grond lopen strand
aan de grond raken sink
aan de schouder brengen level
aan elkaar vastmaken connect
aan flarden gescheurd tattered
aan komen lopen tackle
aanaarden hill, earth
aanbevelen recommend
aanbevelenswaardig recommendable
aanbevolen recommended
aanbidden adore
aanbiddenswaardig adorable
aanbieden bid, sacrifice, propose
aanbinden commence, moor, begin
aanboren tap, bore, broach
aanbranden burn
aanbreken van de dag daybreak
aanbrengen denounce
aandelenkapitaal share-capital
aandenken keepsake, memento, souvenir
aandienen advertise, announce
aandikken heighten, thicken
aandoen affect
aandoening emotion, disease, illness, affection
aandoenlijk moving
aandragen bring, fetch
aandrijven shoo
aandringen insist
aanduiden suggest, indicate
aandurven venture
aanduwen push
aaneenvoegen unite
aanflitsen catch
aanfloepen catch
aangapen gawk
aangeboren congentital, inbred, inborn, native, congenital
aangegrepen affected
aangelegenheid matter, affair, business, case, concern
aangenaam pleasant, comfortably, nice, agreeable, enjoyable
aangenomen adopted, job
aangeschoten tipsy, winged, wounded
aangespen gird
aangestoken worm-eaten, unsound
aangeven denounce, suggest, register, convey, indicate
aangezien because
aangorden gird
aangrenzend adjacent, neighbouring
aangrijpen grab, stir, seize, attack, grasp, affect, move
aangrijpend touching
aanhalen chuck, caress, fondle, quote, cite, stroke
aanhalingstekens quotes
aanhangen stick
aanhanger van een rechtse parti right-hander
aanhangwagen trailer
aanharken rake
aanhechten attach
aanhoren listen
aanhouden procrastinate, continue, postpone, persist, endure
aanhoudend lasting, abiding
aanklagen accuse
aanklampen board
aankleden clothe
aankomen arrive
aankomend young, future, junior
aankondigen counsel, notify, announce, advise, advertise
aankopen buy
aanleggen build, construct, level, aim, install
aanlengen dilute, weaken
aanleren learn
aanliggend adjacent, neighbouring
aanlokken draw, attract
aanmaken fabricate, do, manufacture, prepare, kindle, light
aanmanen dun, scold, admonish
aanmatigend arrogant
aannaaien sew
aannemen employ, take, affiliate, confirm, receive, hire
aanpakken tackle, advance
aanpassen adjust, accomodate, accommodate, adapt, fit
aanpassingsvermogen adaptability
aanplakken placard, paste, post
aanprijzen recommend
aanranden violate
aanreiken convey, hand
aanrekenen blame
aanrichten arrange
aanrijden run, collide
aanroepen invoke
aanschieten wound
aanschrijven summon
aansluiten associate, pool
aanspannen put, yoke
aansporen admonish, encourage, instigate, urge, scold
aanspraak maken op presume, claim
aanstaren stare, gaze, peer
aansteken light, kindle, infect
aanstellen appoint
aansterken recuperate, convalesce
aanstoken provoke, rouse, stimulate
aanstoot nemen aan resent
aanstoten nudge, jog
aanstrijken plaster, rub
aantasten assault, attack, corrode
aantekening annotation
aantikken finish
aantonen prove
aantonende wijs indicative
aantreffen see, find, encounter
aantrekken tighten
aanvaarden take, accept, receive
aanvallen attack, assault
aanvallend offensive
aanvangen commence, begin
aanvliegen approach, fly
aanvoegende wijs subjunctive
aanvoeren govern, command, order
aanvragen request
aanvullend complementary, supplementary
aanvuren fan, urge, instigate, encourage
aanwakkeren instigate, encourage, excite, fan, freshen, urge
aanwenden apply, practice
aanwending employment, application, use
aanwensel habit, trick
aanwerven employ, hire
aanwijzen indicate, suggest
aanwijzend voornaamwoord demonstrative
aanzetten sew, start, fan, fur, sharpen
aanzetten tot start
aanzien aspect, tolerate
aanzienlijk eminent, sizable, considerably, considerable
aanzwellen swell
aarden earthly, stone, clay, earthen
aardvarken aardvark
aartsengel archangel
aarzelen waver, hesitate
aarzelend hesitant
abiogenesis abiogenesis
abnegeren abnegate
abonnement subscription
absenteïsme absenteeism
absentie absence
absolutie geven absolve
absolveren absolve
absorberen absorb
absorberend absorbent
abstinentie abstinence, teetotalism
abstraheren gather, deduce
accapareren corner, monopolize
accelereren accelerate
accent supersign
accentteken supersign
accentueren accentuate, accent, stress
accepteren receive, take, accept
accident accident
acclimatiseren acclimate, acclimatize
accommoderen accomodate
accompagnement escort, accompaniment
accompagneren accompany
accrediteren accredit
accumuleren heap, stack, accumulate
acetyleen acetylene
achten think, opine, esteem
achtenswaardig respectable
achterblijven remain
achtereen consecutively, ceaselessly
achtereenvolgens consecutively
achterhouden withhold
achteroverdrukken pilfer
achterstellen subordinate
achtersteven stern, poopdeck, poop
achterstevoren vice-versa
achtervolgen persecute
achterwege laten omit
achting hebben voor esteem
achttien eighteen
achttiende eighteenth
activeren start
adapteren fit, adapt, adjust, accommodate
adembenemend breath-taking
ademen exhale, breathe
ademhalen breathe
Aden Aden
aderen vein
aderlaten bleed
adhesie betuigen clap
administreren manage, administer
adopteren adopt
adoreren adore
adrenaline adrenaline
adresseren address
advent advent
advertentie advertisement, ad
adverteren advertise, announce
adviseren advise, notify, counsel
afbakenen trace
afbeelden represent, depict
afbestellen countermand, cancel
afbetalen amortize, deaden
afbeulen fatigue, override, overdrive, jade
afbikken chip
afbinden ligature, untie
afboeken transfer
afbreken break, pluck, demolish
afbrokkelen crumble
afdalen descend
afdalen langs een dubbelbevesti abseil
afdammen obstruct, bar
afdanken discard
afdingen haggle, bargain
afdoen expedite, settle, finnish, conclude
afdoend effective, conclusive, effectual, efficacious
afdraaien lower, decrease
afdragen convey
afdrijven drift
afdrogen wipe, clatter
afdruipen drain
afdwalend aberrant
afdwingen wrest, wring, extort
affiliëren affiliate
affronteren insult, offend
afgeladen brimming, replete
afgelasten annul, remit
afgelegen remotely
afgelopen done, finished, over, ready
afgemeten stiff, formal, measured
afgesloten locked
afgesproken O.K., agreed
afgetrokken distracted, absent-minded, abstract, abstracted
afgeven deposit, spread
afgeven op demolish
afgodendienaar idolator
afgodendienst idolatry
afgrazen browse
afgrendelen bolt
afhaken unhook, uncouple
afhalen expect, deduct, await, wait, abide
afhandelen finnish, expedite, settle, conclude
afhangen depend
afhelpen rid
afjakkeren overdrive, jade, fatigue, override
afkammen demolish
afkappen elide
afkappingsteken apostrophe
afkeer inboezemen nauseate
afkeuren refuse, reprove, reproach, scrap, condemn, rebuke
afkeurenswaardig objectionable, blameworthy, condemnable
afkijken crib
afkluiven pick
afknotten top, truncate
afkoelen cool
afkondigen promulgate, proclaim
afkopen redeem, ransom
afkoppelen uncouple
afkorten shorten, abbreviate
afkrabben scrape
afkraken slash
afladen unload
aflaten cease
afleggen abandon
afleiden induce, extract, gather, infer, deduce, divert
afleren unlearn, forget, teach
afleveren deliver, furnish
aflezen verify, audit, supervise
aflopen stoop, peal, expire
aflopend sloping
aflossen amortize, deaden
afluisteren monitor, eavesdrop
afmaken terminate
afmatten fatigue, override, jade, overdrive
afnemen wane, diminish, decline
afpellen peel
afpersen wrest, wring, extort
afpoeieren rebuff
afraffelen bungle
afranselen flog, thresh, clatter, thrash, whack, beat
afreageren abreact
afreizen depart, leave
afremmen brake
africhten tame
afrossen thresh
afrukken pluck
afschaffen abolish, abrogate, remove
afschaven abrade
afscheiden divide, secrete
afscheren shave
afschrijven amortize, deaden
afschrikken scare, deter, discourage
afschrikwekkend forbidding, deterrent
afslachten slaughter, butcher
afsluiten terminate, obstruct, bar
afsmeken implore
afsnauwen snub
afspiegelen mirror
afspoelen rinse, gargle
afsponzen sponge
afstammen originate, result, come
afstand doen resign, abdicate
afstand doen van renounce
afsteken contrast
afstemmen adapt, accommodate, fit, adjust
afstijgen dismount
aftappen derive
aftreden retire, quit
aftrekken infuse, rebate, retreat, subtract
afvaardigen depute, delegate
afvallen fall
afvegen wipe
afvoeren eliminate
afwegen weigh
afwennen teach, unlearn
afwerpen produce
afwijkend aberrant
afwijzen reject, refuse
afwikkelen liquidate, unroll, finnish, expedite, conclude
afwisselen vary
afwisselend alternate, alternating, variable
afwissen wipe
afzenden ship
afzender sender
afzetten trim, amputate, garnish
afzonderen divide, isolate, insulate, seclude
afzweren abjure
agenda agenda
agent agent, policeman
agentschap agency
ageren act
agiteren abet, incite, agitate
agnosceren recognize, acknowledge
Aken Aix-la-Chapelle
aktentas briefcase
alarmeren alarm
algemeen universal, common
alleen singly, alone, only, solely
alleenhandel monopoly
alleenspraak soliloquy, monologue
alleenstaand isolated, secluded
allerwegen everywhere
alom bekend famous
Alpen Alps
alpensport mountaineering
alpenweide alp
als voorwaarde stellen stipulate
als waarheid aannemen acknowledge, recognize
altaardienaar acolyte
ambiëren aspire
ambtgenoot colleague
ambulancewagen ambulance
ameublement furniture
Amiranten Amirants
amputeren amputate
amusement amusement, fun, entertainment
amuseren amuse
analyseren analyse, analyze
anders maken turn, alter, change
annoteren comment
annuleren annul, remit
antenne antenna
anticiperen anticipate
Antillen Antilles
Antwerpen Antwerp
antwoorden reply, answer
antwoorden op answer, reply
Apennijnen Apennines
apenoot peanut, ground-nut
appartement apartment, flat
appelleren appeal
appendix codicil, rider, appendix
applaudisseren clap
appreciëren appreciate
arbeidsvermogen energy
Ardennen Ardennes
arena arena
arend eagle
Argentijns Argentinean, Argentine
Argentinië Argentina
argumenteren maintain
argwanend suspicious
Armeens Armenian
Armenië Armenia
arrangeren arrange
arriveren arrive
arrondissement district
artsenij pharmaceutical, medicine
artsenijbereidkunde pharmacy
assimileren assimilate
assistent assistent, assistant, helper, aid
assisteren assist, help
assureren insure
Atheens Athenian
Athene Athena, Athene, Athens
attent attentive, attentively
attentie attention
authentiek genuine, authentic
autoriseren authorize
avondeten supper
Azoren Azores
babbelen chatter, chat
baden bathe
bagagewagen luggage-van
Bahama Eilanden Bahamas
bakken fry, bake
bakstenen brick
balanceren rock, swing
balken neigh, bleat, bellow
balloteren vote
bananenplant banana-plant
barsten burst
baseren found, base
beamen approve, assent
beantwoorden reciprocate
bebouwen cultivate
bedanken abdicate, resign, quit, thank
bedaren abate, subside
bedekken cover
bedelen beg
bedelven overwhelm
bedenkelijk risky, hazardous
bedenken fancy, invent, imagine
bedenker author
bederf veroorzakend septic, infected
bederven putrefy, spoil, rot, bribe, injure
bediende clerk
bedillen haze, quibble
bedingen stipulate
Bedoeïen Bedouin, Beduin
bedoelen intend
bedorven rotten
bedotten hoax, mystify
bedreigen threaten, menace
bedreven clever, skillful, dexterous
bedriegen deceive
bedrijven make, do
bedrijvende vorm assets
bedroeven vex, chagrin, grieve, afflict
beduiden foretell, forecast, signify, clarify, prophesy
beduvelen mystify, hoax
bedwingen check, bridle, restrain
beëindigen terminate
beeldhouwen sculpture, carve
beeltenis portrait
been bone, paw, leg
beërven inherit
beetkrijgen capture
beetnemen grapple, capture, hoax, mystify
beetpakken grapple
begeleiden accompany
begenadigen forgive, pardon
begeren desire, wish
begieten irrigate
begiftigen endow
beginnen commence, begin
beginnend junior, future, young
begoochelen delude
begraven inter, bury, entomb
begrensd restricted, limited, confined
begrenzen limit, abridge, restrict, confine
begrijpen realise, realize, understand
begroeten greet, salute
begroten appraise, estimate
behalen get, win, acquire, accomplish, attain, earn, reach
behandelen cure, treat
behelzen include, contain
behendig dexterous, skillful, clever
beheren administer, manage
behoeden protect
behoeven need, require
behoren befit, must, should
behouden conserve, safe, save, rescue
behoudend conservative
Beieren Bavaria
beieren peal
beïnvloeden influence
beitelen chisel
beitsen bite
bejagen hunt
bejammeren begrudge, regret
bekend well-known
bekend zijn met know
bekende acquaintance
bekendheid knowledge
bekendmaken advise, notify, counsel
bekennen profess, confess
bekeren convert
bekken basin, bowl, pelvis
bekladden stain
beklagenswaardig poor, pitiful
bekleden occupy, clothe
beklemmen obsess
beklemtonen accentuate, accent, stress
beklijven endure
beknotten limit, abridge, restrict, confine
bekoelen subside, abate
bekogelen bombard
bekokstoven invent
bekonkelen intrigue
bekoren draw, tempt, attract
bekorten shorten, abbreviate
bekostigen finance
bekrachtigen sanction, corroborate
bekrompen narrow
bekronen crown
beladen burden
belanden arrive
belang inboezemen interest
belangrijke gebeurtenis event
belangstellend interested
belangwekkend interesting
belasten burden, tax
belasten met entrust
belastend carrying
belasteren slander
beledigen insult, offend
beledigend abusive
belegen ripe, mature
belegeren besiege
beleggen cover
belemmeren bother, obstruct, disturb, hinder, oppose, bar
belenden adjoin, abut
beletten hinder, prevent, inhibit
beleven survive
belevenis experience
belichten exhibit, expose
beloeren spy
belonen reward
beloven promise
beluisteren listen
bemachtigen grab, seize, grasp, clutch, grip
bemantelen mask
bemesten fertilize
beminnen love
beminnenswaardig lovable
ben basket
benaderen approximate
benadrukken emphasize
benaming appellation, name
benardheid perplexity, embarrassment, abashment
benauwd cramped, stale
benauwdheid fear, anguish
bende band, gang, horde, troop
beneden beneath, below, downstairs, under, underneath
benedenverdieping ground-floor
Benedictijner monnik Benedictine
Benelux Benelux
benepen timid
Bengaals Bangladesh
Bengaals vuur bengal-light, bengal-lights
Bengalen Bengal
benijden envy
Benin Benin
Benins Beninese
benodigd necessary
benoemen appoint, call
benoeming appointment, nomad
benoorden above
benul idea
benzine petrol, gasolene, gasoline
beoefenaar supporter, adept
beoefenen exert
beogen intend
beoordelen criticize, judge
bepalen fasten, define, secure
beperken abridge, restrict, limit, confine
beploegen plough
bepoederen powder
beproeven afflict, grieve
berechten judge
bereiden prepare
bereiken reach, accomplish
berekenen calculate, compute
bergen save, stow, rescue, conserve
Bergen Mons
berichten inform, communicate, report
berijmen rhyme
berispen reproach, reprove
Bermuda Eilanden Bermudas
berouw hebben repent
beschaamd maken abash
beschadigen injure, spoil
beschamen abash
beschaven civilize, civilization
bescheiden modest, moderate, reasonable, discrete
bescheidenheid modesty
beschermen protect
beschieten bombard
beschonken intoxicated, drunk
beschouwen consider
beschrijven describe
beschuldigen accuse
beseffen realize, realise, understand
beslissen decide
beslissend decisive
besloten private
besluiten decide, induce, infer
besmeren smear, anoint
besmetten infect
besnijden circumcise
bespieden spy
bespoedigen accelerate
bespotten mock
bespreken discuss, review, reserve
besteden spend
bestellen deliver, furnish
bestelwagen van
bestemmen earmark, destine, ordain
bestendig permanent, constant, abiding, continual, sustained
bestendiging continuation
bestraffen punish
bestraten pave
bestrijden protest
besturen guide, administer, direct, govern, manage, steer
betalen pay
betamen befit
betasten feel, grope
betekenen assign, signify
betekenis sense
betekenisleer semantics
betekenisvol significant
beter maken remedy, heal
beter worden recover
beteugelen bridle, restrain, check
betichten accuse
betitelen title
betogen maintain
betomen bridle, restrain, check
betoveren fascinate
betoverend delightful, fascinating, enchanting, absorbing
betrachten exert
betrappen surprise
betreffende concerning
betrekken implicate, entangle
betreuren begrudge, regret
betreurenswaardig regrettable
betrokken concerned
betuigen certify, assure
betwisten protest
beunhazen botch
beuren lever
bevallen labour
bevangen shy, abashed, self-conscious
bevatten understand, realize, contain, include, realise
bevattingsvermogen intelligence
bevelen command, order
beven shiver, quiver, tremble
bevestigen secure, assent, corroborate, fasten, confirm
bevinden find, ascertain
bevloeien irrigate
bevochtigen dampen
bevoelen grope, feel
bevoorraden provide
bevorderen promote
bevredigen satisfy
bevredigend satisfactory
bevreemden amaze
bevreemdend amazing, astonishing
bevrijden liberate
bevroren frozen
bewaken guard
bewapenen arm
bewaren guard, conserve
bewegen stir, move
beweren state, assert
bewerken cultivate
bewerkstelligen achieve
bewijzen prove
bewimpelen mask
bewonderen admire
bewonderend admiring
bewonderenswaardig admirable
bewoner van een land compatriot
bewusteloos raken swoon
bezetene lunatic
bezetten occupy
bezielen inspire, animate
bezielend inspiring
bezijden alongside
bezingen sing
bezitten own, possess
bezittingen possessions
bezoedelen stain
bezoeken visit, frequent
bezonken mature, ripe
bezorgen fetch, bring
bezwaar hebben tegen withstand
bezweren beseech
bezwijken succumb
bezwijmen swoon
bibberen tremble, shiver, quiver
bidden pray, beseech
biechten profess, confess
bieden propose
bij acclamatie benoemen acclaim, applaud
bijbehorend adequate, accessory, secondary
bijdraaien break-down, brakedown
bijdragen contribute
bijeen together
bijeenbrengen unite
bijeenkomen congregate, assemble, meet
bijeenkomst gathering, assemblage
bijeenpassen harmonize
bijeenroepen convoke
bijeenschakelen coordinate, co-ordinate
bijenhouder bee-keeper
bijenkorf beehive, bee-hive
bijenschans apiary
bijenstal apiary
bijenteelt bee-keeping
bijenwas beeswax
bijkomend accessory, secondary
bijtellen add
bijten bite, corrode
bijtend sharp, abrasive, lurid
bijwerken retouch
bijziend near-sighted, short-sighted
bikken eat, feed, chip
billijken approve
binden bind
bindend compulsory
binnen inside, until, within, into, a, per, in
binnenband tube
binnenbrengen pilot
binnendringen penetrate
binnenkrijgen engulf
binnenlands domestic, inner, internal
binnenplaats courtyard
binnenrukken invade
binnenste inner, internal, centre, center, interior
binnenvallen invade
binnenwaarts inwards
biologeren hypnotize
blaasinstrument wind-instrument
blaken glow
blaten bleat, bellow, neigh
blazoen badge, insignia
blèren yell
blijkens along
blijven keep
blijven aandringen persevere, persist
blijven staan halt
blijvend abiding, lasting
blikken tin
blikopener tin-opener
blind maken dazzle
blindenschrift braille, Braille
blinken shine
bloed aftappen bleed
bloedend bloody
bloedvergieten bloodshed
bloeien prosper
bloeiend abloom
blokkeren block
blozen blush
blozend red
bluffen brag, boast
blussen extinguish
Bodenmeer Bodensee, Constance
boegseren tow
boeien fetter, shackle
boeiend fascinating, absorbing
boekentas briefcase
boekenwinkel bookshop
boekhouden book-keeping
boemelen debauch
boeren belch, burp
Boeroendi Burundi
Boeroendisch Burundian
boerten jest
boeten mend
boetseren mould, mold
boezeroen blouse, smock, overalls
Bohemen Bohemia
bokkesprongen maken caper
boksen box, boxing
bombarderen bomb, bombard
bordendoek tea-towel
borduren embroider
boren drill
borrelen boil, bubble
borstelen brush
botten bud
bouwen build, construct
boven upstairs
bovenbeen thigh
bovendien furthermore
bovengenoemd above-mentioned
bovengronds overground, overhead
bovenmatig extreme
bovenste upper
boventoon overtone
braden toast, roast
braken vomit
branden toast, roast, distil
brandend urgent, pressing
brandstichtend incendiary
brassen debauch
breeuwen calk, caulk
breien knit
brengen wear, carry, fetch, bring
brievenbesteller postman
brievenbus letterbox, mailbox
broeden incubate, sit
broeden op sit, incubate
brommen mutter, buzz, hum
bronzen bronze
bruisen foam
brullen neigh, roar, bleat, yell, howl, bellow
buigen tilt, bend, curtsy, stoop
buit maken obtain, acquire, attain, get
buiten outside, villa, out
buiten- outer, peripheral, external
buiten adem breathless
buiten de waard rekenen miscalculate
buiten kennis unconscious
buitengewoon formidable, extraordinary, exceedingly
buitenkansje luck
buitenkant outskirts, periphery, exterior
buitenlander foreigner
buitenlands foreign, strange
buitennissig high-flown, extravagant
buitensporig inordinate, excessive, excessively, extravagant
buitenverblijf villa
buitenwaarts outward
Buitenzorg Bogor, Buitenzorg
buitmaken plunder, rob
bulderen roar, yell, thunder
bultenaar hunchback
cadeau geven give, donate
calculeren calculate
capituleren surrender, capitulate
castreren castrate
catalogiseren catalogue, catalog
celebreren celebrate
cement cement
censureren censor
cent cent
centavo centavo
centimeter centimeter, centimetre
centraal central
centrale exchange
centrum center, centre
certificeren attest, testify
chaperonneren squire
chargeren exaggerate
checken supervise, verify, audit
Chileens Chilean
choken strangle, choke
christen Christian
christendom Christianity
cijferen arithmetic, figure
circuleren circulate
circulerend about
citeren cite, quote
citroen lemon
civiliseren civilize
claimen presume, claim
clandestien hidden
classificeren classify
cliënt customer
clientèle clientèle
codificeren encode
collecteren collect
college geven lecture
colporteren peddle
combineren combine
commanderen order, command
commentaar annotation
commentaar leveren op comment
compartiment coupé
compenseren compensate
competent competent
compileren compile
compliceren complicate
complimenteren compliment
componeren compose
comprimeren compress
concluderen infer, induce
concurreren rival, compete
condens moisture
conferentie conference
confidentie secret
confisqueren confiscate
congruent compatible, congruent
congruent zijn coincide
conjugeren conjugate
consciëntieus conscientious
consequent consistent
consequentie consequence, consistency
constateren ascertain
constipatie veroorzaken constipate
construeren construct, build
consulteren consult
consument consumer
consumeren consume
contact hebben contact
contact hebben met contact
continent mainland, continent
contrasteren contrast
controleren supervise, verify, audit
convergeren converge
converseren converse
convoceren convoke
coördineren coordinate, co-ordinate
corpulent stout
corresponderen correspond
corroderen corrode
creëren create
cremeren cremate
creperen perish
cureren treat, cure
Cycladen Cyclades
daarbeneden below, downstairs, underneath
daarbuiten out
daarenboven furthermore
daarentegen meanwhile
daarheen thither
daaromheen roundabout
dag- en nachtevening equinox
dagen assign
dagvaarden assign
dalen wane, decline
dank betuigen thank
danken thank
Dardanellen Dardanelles
datgene those
daveren thunder, roar
de aftocht blazen retreat
de borst geven suckle
de klankleer betreffend phonetic
de schouders ophalen shrug
de sporen geven spur
de stoot geven tot initiate
de trompet steken trumpet
de voorkeur geven aan prefer
de wacht hebben guard
de was doen wash
de weg wijzen head, conduct, lead
debiteren relate
decanteren decanter
decennium decade
declameren recite, declaim
declareren invoice, declare
decoderen decode
decreteren decree
deduceren deduce, gather
deelnemen participate
Deen Dane
Deens Danish
defensie defense, defence
definiëren define
degen rapier
degenereren degenerate
degraderen degrade
deken dean, blanket
dekken cover
delegeren delegate
delven grub, excavate
demonstreren demonstrate
dempen fill
den pine, fir
Dender Dender
Denemarken Denmark
denkbeeld idea
denkbeeldig fictitious, fictional
denneboom pine
departement department
deponeren deposit
deporteren deport
deprimeren depress
deputeren depute
dertien thirteen
derven lack
desbetreffend concerned
desinfecteren disinfect
detachement detachment
determineren fix, determine
detineren retain, detain
deuropening doorway
Deventer Deventer
diaken deacon
dichtdoen close, shut
dichten clog
dichtgespen buckle
dichtknopen button
dichtmaken close, shut, clog
dichtnaaien suture
dicteren dictate
dienares servant, maid
dienblad tray
dienen should, must
dienst service
dienst nemen enlist
dienstig useful
dienstmeisje servant, maid
dienstregeling schedule, time-table
dierenarts veterinarian
dierenriem zodiac
dierentuin zoo
digereren digest
dimensie measurement
dingen things, stuff
dingen naar aspire
dirigeren steer, direct, guide
discuteren discuss
disputeren dispute, argue
distilleren distil
dobbelen gamble
dobbelsteen cube
dobberen float
document paper
doden kill, slay
doeltreffend effectual, effective, efficacious
doen cause, make, act, do
doen alsof feign, pretend
doen ontbranden light, kindle
doen ontstaan develop
doen overhellen tilt
doen schommelen rock, swing
doen schrikken terrify, frighten
doen toekomen transmit, send
doen verdampen evaporate
dokken pay
dokument certificate, document
Dolomieten Dolomites
dom kijken gawk
donderen thunder
donker worden darken
doodlopende weg cul-de-sac
doodmaken slay, kill
dooien melt, thaw
door het water plassen paddle
doorbuigen bend
doordringen penetrate
doordringend abrasive, sharp, lurid
doordrukken force
dooreenhalen confuse
doorklieven split
doorklinken resound
doorkomen succeed
doorkruisen hinder
doorleven survive
doorlopend continuous
doormaken survive
doorroeren whirl, whip, froth
doorscheuren tear
doorslikken swallow
doorsmeren anoint, smear
doorsnijden dissect
doorstoten penetrate
doortrekken saturate, lengthen
doorvoeren apply, achieve, practice
doorwaden ford
doorzien guess
dopen baptize, christen
dorsen thresh
douchen shower
douwen thrust
doven extinguish
downloaden download
draai om de oren slap
draaien pivot
draaimolen carrousel, merry-go-round, carousel
dragen suffer, bear, carry, wear
draperen drape
draven trot
dreigement threat
dreigen threaten, menace
drenkbak trough, manger
drenkplaats pub
dresseren educate, tame
dribbelen trot
Drieëenheid Trinity
Driekoningen Epiphany, Twelfth-night
drietenige luiaard ai
drijven float, drift, swim, shoo
drillen exercise, practise
dringen oppress, squeeze, thrust
dringend pressing, urgent
drinken drink
dromen dream, daydream
dromenland dreamland
dronken intoxicated, drunk
droppelen drip
drossen abscond
druilen nap, slumber
druipen drip
drukken squeeze, oppress
drukkend heavy, burdensome, onerous
druppelen drip
dubben doubt, hesitate
duidelijk maken clarify
duiden interpret
duiken dive, plunge
duim als lengtemaat inch
Duinkerken Dunkirk
duivelskunstenaar sorcerer, wizard, enchanter, warlock
duizelingwekkend dizzying
duizend thousand
duizendjarig tijdperk millenium
duizendpoot centipede
dulden tolerate
duren endure
dutten nap, slumber
duwen thrust
dwalen err
dwarrelen swirl
dwarsbomen oppose
dwepend fanatical
dwingen compel
dwingend compulsory
Dzjoengarije Dzungaria
echoën echo
echtelieden couple
echten legitimize
echtgenoot husband, spouse
echtgenote spouse, wife
echtverbintenis matrimony, marriage
edelen nobility
edelgesteente jewel, gem
edelsteen jewel, gem
Eden Eden
een an
een aanslag plegen op violate
een afschuw hebben van abominate, loathe, abhor
een backup maken backup
een backup maken van backup
een beetje some
een beroep doen op appeal
een blik werpen glance
een blik werpen op glance
een bres slaan breach
een bres slaan in breach
een buiging maken curtsy
een conclusie wettigend conclusive
een douche nemen shower
een duw geven nudge, jog
een fout maken err
een geintje maken kid
een gesprek voeren converse
een glijvlucht maken glide
een grotere kans op ongelukken accident-prone
een hinderlaag leggen ambush
een honderdste baht satang
een klein beetje rather
een knoop leggen knot
een lied aanheffen intone
een lijst maken list
een miskraam krijgen miscarry, abort
een nest maken nest
een of ander someone, any, anybody, somebody
een of andere somebody, anybody, any, someone
één per keer singly
een plas doen urinate
een proces aanspannen tegen sue, prosecute
een sein geven signal
een stuk of approximately
een verband omleggen dress
een verhoor afnemen interrogate
een weinig some
een wig slaan wedge
een wig steken wedge
een wind laten fart
eend duck
eender equal
eendracht harmony, unity
eendrachtig unified, harmonious
eenentwintig twenty-one
eenheid unit, unity
eenhoorn unicorn
eenmaal ever
eenparig unanimous
eens once, sometimes, ever
eensgezind unanimous
eensklaps unexpectedly
eentonig monotonous
eenvoudig simple, straightforward
eenzaam lonely
eenzijdig biased, unilateral
eerbiedigen respect
eerste beginselen alphabet
eerstkomend nearest, next
eerstvolgend near
effen smooth, even
eggen harrow
eigenaar owner
eigenaardig peculiar, typical
eigendom ownership, possession
eigendomsrecht ownership
eigenmachtig arbitrary
eigenschap quality
eigentijds simultaneous
eikehouten oak, oaken
eiken oaken, oak
eilandengroep archipelago
Eindhoven Eindhoven
eindigen expire
eisen postulate, demand
element element
elementair elementary, elemental
elideren elide
elimineren remove, eliminate
elkaar dekken coincide
ellende misery
ellendeling crook, rogue
ellendig miserably, wretched
Elyzeese Velden Elysium
Elzas-Lotharingen Alsace-Lorraine
emailleren enamel
emigreren emigrate
eminent eminent
emitteren issue, publish
en and
encyclopedie encyclopedia, encyclopaedia
endossant endorser
endossement endorsement
endosseren endorse
energie energy
energiek energetic
energieloos inert
enfin now
eng eerie, cramped, macabre, grisly, narrow
engel angel
engelachtig angelic
Engeland England, Albion
Engels English
Engelse Englishwoman
Engelse sleutel monkey-wrench
Engelsgezind pro-English
Engelsman Englishman, Sassenach
enig alone, someone, any, somebody, unique, anybody
enigszins some
enkel sole, ankle, only, solitary, mere
enorm enormously, enormous, immense
enquête inquiry
enten inoculate
enthousiasme enthusiasm
enthousiast enthusiastic
entree entrance, portal
entstof vaccine
envelop envelope
enveloppe envelope
enz. etc.
Eoceen Eocene
equivalent equivalent
er uitzien look
erbarmen compassion
eredienst service, cult
eren honour, honor
erfenis inheritance
ergens somewhere, anywhere
ergens anders elsewhere
ergeren vex, annoy
erkend accepted
erkennen recognise, corroborate, confess, profess
erkenning acknowledgement
erkentelijk thankful
erkentelijkheid gratitude
eromheen roundabout
erop nahouden have, possess, own
ervaren experienced
erven inherit
Essen Essen
essence essence, gist
essentie gist, essence
essentieel essential
etablissement establishment
eten eat, feed, food
etenswaar food
evacueren evacuate
even momentarily, equally
evenaar equator
evenbeeld portrait
eveneens also, too
evenement event
evenmin neither
evennachtslijn equator
evenredig proportional
evenredigheid rate, proportion
eventjes momentarily
eventualiteit eventuality, contingency
eventueel contingent, eventual
evenwicht equilibrium
evenwichtstoestand equilibrium
evenwijdig parallel
evenzeer equally, also, too
evident evident, obvious
evolueren evolve
examen examination, investigation, test
examineren examine
excellent great
executeren execute
expediëren ship
experimenteel experimental
experimenteren experiment
exploderen explode
exploiteren exploit, utilize
exploreren explore, investigate
exporteren export
fabriceren fabricate, manufacture
factureren invoice
familienaam surname
fascineren fascinate
fascinerend absorbing, fascinating
fatsoeneren finalize
fatsoenlijk fitting, suitable, decent, proper
feestelijk inhalen welcome
feliciteren congratulate
feniks phoenix
fenomeen phenomenon
fenomenaal phenomenal
Fenrir Fenris
fermenteren ferment
fiducie hebben in trust
fietsen cycle
fijnhakken mince, dice, chop
Filippijnen Philippines
filosoferen philosophize
filteren filter
filtreren filter
financieren finance
fingeren feign
fitten install
fixeren secure, fasten
fladderen flit, flutter, flirt
flakkeren flicker, flare
flanellen flannel
flatteren embellish
flikken mend
flikkeren flash, flare, flicker
flitsen flash
flodderen wade
floppen fail
Florence Florence
floreren prosper
fluiten whistle, hiss
fluwelen velvet
fokken breed, raise
folteren torture
fopspeen vacuum-cleaner
forceren impose
formeren shape, develop, form
formuleren formulate
fosforescerend phosphorescent
fotograferen photograph
fragment piece
fragmentarisch fragmentary
Frankenland Franconia
frankeren prepay
frauderen swindle, defraud
friemelen fumble
frisse lucht toewaaien aerate
frommelen crease
fronsen furrow, wrinkle
fruiten fry
frustreren frustrate
functioneren work, operate, function
fundamenteel fundamental
funderen found
galmen peal, resound
galopperen gallop
gapen yawn, gawk, gape
garanderen guarantee, warrant
gardenia gardenia
garen thread
garneren garnish, trim
garnizoen garrison
gebaren gesture, wave
gebarsten cracked
gebeente skeleton
gebeuren opportunity, happen, grow, occurence, occur
gebeurtenis occurence, opportunity
gebogen curved, bent
gebonden thick, concentrated, dense
geborgen safe
gebraden roasted
gebruiken feed, eat
gedegen solid
gedenkdag anniversary
gedenken recollect, recall, remember
gedenkschrift souvenir, keepsake, memento
gedenkteken monument
gedenkwaardig memorable
gedijen prosper
gedogen permit
gedurende during, for, while, whilst
gedwongen compulsory
geen no-one, not, nobody, no
geen enkel no-one, nobody
geen enkele nobody, no-one
geen zier none
geëndosseerde endorsee
geëngageerd engaged
gegoten voorwerp cast
gehavend damaged
geheimenis mystery
geheugen memory, recollection
gehoorzamen obey
geitenmelker nightjar
gekozen elected
gekscheren jest
gelaatstrekken physiognomy
geladen met carrying
gelatenheid resignation
geldend valid
geldig verklaren validate
gelegenheids- occasional
geleiden conduct, lead, head
gelijk hebbend TRUE
gelijken resemble
gelijkenis resemblance, similarity
geloven deem, think, believe, opine
gelukwens congratulation
gelukwensen congratulate
gemeen vile, abandoned
gemeenplaats cliché, stereotype
gemeenschap community
gemeenschappelijk common, collective
gemeenschapszin solidarity
gemeente community
gemeentehuis town-hall, townhall
genaakbaar accessible
genadigheid favor, favour
genaken advance
gendarme patrolman, gendarme
geneesheer physician
geneeskundig medical
geneesmiddel pharmaceutical, medicine
genegen inclined
geneigd inclined
geneigd zijn incline
geneigd zijn tot incline
generaal general
generatie generation
generatief sexual, generative
genereus generous
Genesis Genesis
Genève Geneva
genezen heal, remedy, recover
geniaal ingenious
genie genius
geniesoldaat pioneer
genieten van enjoy, rejoice
Genil Genil
genist pioneer
genius genius
genoeg sufficiently, enough, sufficient
genoegen pleasure
genoeglijk agreeable, enjoyable, pleasant, lovely, nice
genootschap academy, association
genotvol pleasurable
genre genre
genrestuk genre
Gent Ghent
gentiaan gentian
gentleman gentleman
Genua Genoa
geoefend experienced
gepensioneerd retired
gepensioneerde retiree, pensioner
Geraardsbergen Grammont
geregeld bezoeken frequent
geruchtmakend sensational
gescheiden divorced
geschenk gift
geschiedenis history
geschrokken startled
gesloten closed
gespannen strained
gespeend van without
gespen buckle
gesticuleren gesture
gestreng rigorous, stringent
getalenteerd talented
getroffene victim
getuigen testify, attest
getuigen van exhale
getuigenis testimony
gevangen zetten imprison
gevangene prisoner
gevangenis gaol, jail, prison
gewag maken van mention
geweld aandoen overpower
geweldenaar tyrant
gewend zijn accustom
geweten conscience
gewetensvol conscientious
gewezen ex
gewrongen artificial
gezaghebbend authorative
gezichten trekken grimace
gezien dear
gezond van lijf en leden able-bodied
gieren fertilize, shout, whistle
gieten irrigate, pour
gillen yell
ginnegappen sneer
gireren endorse
gispen reprove, reproach
gissen surmise, conjecture, guess
gisten ferment
gisteren yesterday
glanzen shine, glaze
glanzend bright, brilliant
glazuren glaze
glimlachen smile
gloeien glow
gloeiend ardent, ablaze, hot
glooiend sloping
gloren flash
godlasteren cuss, swear, curse, blaspheme
godloochenarij atheism
godsdienst religion
godsdienstig pious, religious
godsdienstoefening service
godvrezend pious
goederen goods, cargo
goedertieren lenient
goedkeuren approve
goedmaken compensate
goeduitziend good-looking
goedvinden consent, permission
golven undulate
gommen erase
gonzen buzz, hum
gooien throw, toss
gorden gird
gorgelen rinse, gargle
Gotenburg Gothenburg
gouden gold, golden
gouvernement province, government
granieten granite
graven spade
graveren engrave
grazen graze
Grendel Grendel
grendelen bolt
grens frontier, boundary
grenskantoor custom-house
grenzen aan adjoin, abut
Griekenland Greece
grieven vex
grievend abusive
griffen engrave
grijnslachen sneer
grijnzen grimace
grijpen grip, grab, seize, grasp, clutch
groeien vegetate
groen inexperienced, green
Groenland Greenland
Groenlander Greenlander
groente vegetable
groeten greet, salute
grommen bleat, neigh, bellow
gronden base
grondvesten found
Groningen Groningen
grootbrengen educate
groschen groschen
grotendeels mostly
gruizelen crumble
gulden gold, gulden, golden, guilder
haan van een vuurwapen trigger
haarkloven haze, quibble
haast maken hurry, rush
hagelsteen hailstone
hakkelen stutter, stammer
hakken hack
halthouden halt
hameren hammer
handel drijven trade
handeldrijven negotiate, trading
handelen act, negotiate, trade
handelen volgens follow, observe
handschoen glove, mitten
handtekening signature
hanengevecht cockfight
hangen droop, hang
hanteren manipulate
haperen malfunction
happen bite
harden harden, temper
haren hairs
harken rake
harmoniëren harmonize
haten hate
haven harbour, port, harbor
havenen spoil, injure
hebben have
Hebriden Hebrides
hechten suture
heden to-day, today
heen away
Heerenveen Heerenveen, Hearrenfean
heffen lever
heiden idolator
heidens pagan
heiligen sanctify
heksen bewitch
helen recover, remedy, heal
Helena Helen
helend medical
Helleens Hellenian, Hellenic
hellen stoop
hellend sloping
helpen assist, help
hen they
Henegouwen Henegovia
hengelsnoer line
hengsel handle
herdenkingsdag anniversary
herendienst serfdom, servitude
herenhuis mansion
herenknecht lackey
herenvest waistcoat
hergeven return
herhalen repeat
herinneren remind
herkennen recognise
herleiden reduce
hersenen brain
hersens brain
hersenschim chimera
hersenschimmig chimerical
herstellen repair
hervormen reform
herzien revise
het doen work, function, operate
het eens zijn agree, consent
het gewicht bepalen weigh
het haar wassen shampoo
het hof maken court, woo
het hoofd bieden confront, face
het juk opleggen yoke
het maken fare
het uiterlijk hebben van look
het veld ruimen relinquish, cede, yield
het verdommen refuse
het volgende yen
heten call
hetgeen what
heugenis memory, recollection
hierheen hither, here
hijsen hoist
hikken hiccough, hiccup
hinderen disturb, bother
hinkelen hop
hinken limp
hinkend lame
hinniken whinny
hoenderhok coop
hoera roepen cheer
hoerenkast brothel
hoesten cough
hoeven need, require
honden- canine
honen mock
hoofdkussen pillow
hoogtegrens ceiling
hopen hope
horen befit, must, hear, should
hortend intermittent
houden van love
houden voor believe, deem
houwen hit, hack, strike
hovenier gardener
huichelen dissemble
huilen weep, howl
huiveren tremble, quiver, shiver
huizen live, dwell
huldigen honor, honour
hullen envelop
hulpmiddelen apparatus, device, set
hunkeren yearn
huren hire, employ
hurken squat, crouch, cower
huwelijksweken honeymoon
hyena hyaena, hyena
hygiëne hygiene
hygiënisch hygienic
hypnotiseren hypnotize
identiek identical, same
identificeren identify
identiteit identity
iets betreurenswaardigs pity
ijzeren iron
illumineren illuminate, enlighten
illusies wekken bij delude
illustreren illustrate
imiteren imitate
immigreren immigrate
impliceren imply
imponeren impress
imponerend imposing
importeren import
impotent impotent
in aanmerking komen count
in bad doen bathe
in beslag nemen confiscate, absorb
in bewaring geven deposit
in de echt verbinden marry, wed
in de lengte lengthwise
in de morgen a.m.
in de plaats stellen van substitute, replace
in de steek laten forsake, betray
in de war brengen dishevel
in de week zetten soak
in een lijst zetten frame
in een stemming brengen tune
in elkaar duiken cower, crouch, squat
in geen velden of wegen nowhere
in gevaar brengen endanger
in het algemeen generally
in het buitenland abroad
in het midden van amidst
in het net schrijven finalize
in het water vallen fail
in kokend water doen scald
in opstand komen revolt
in overeenstemming zijn conform
in pacht hebben lease
in tegenspraak zijn met contradict
in toenemende mate increasingly
in verlegenheid brengen embarrass
in verrukking brengen delight
in verwachting raken conceive
in verzoeking brengen tempt
in zich opnemen assimilate
in zijn eentje singly
inademen inhale
inaugureren inaugurate
inbegrepen including, inclusively
inbinden bind
inblikken can
inboeten substitute, replace
inboezemen inspire
incident opportunity, occurence
incidenteel accidental, random, chance
inconsequent inconsistent
indampen evaporate
indelen classify
indexeren index
indien if
indienen introduce
Indische vijgenboom banyan
indoen enter, insert
indompelen dip, immerse
indopen dip
indruk maken op impress
indrukwekkend imposing
ineen together
ineenkrimpen shrink
ineenkronkelen shrink
ineens suddenly
ineenstorten collapse
inenten vaccinate, inoculate
infecteren infect
influenza flu, influenza
informeren report, inform
ingeboren inborn, native, congenital, inbred, innate
ingenaaid paperbacked
ingenaaid boek pamphlet, paperback, leaflet
ingenieur engineer
ingesloten accompanying
ingetogen modest
ingevallen concave, hollow
ingewanden intestines
ingewikkeld maken complicate
ingezetene inhabitant
ingrijpen intervene
ingrijpend radical
inhalen pass, accomplish, overtake, reach, overhaul
inhouden contain, include
injecteren inject
inkleden formulate
inkomen income
inkorten abbreviate, lessen, shorten
inkrimpen reduce, curtail
inladen burden
inleggen pickle, preserve
inlichten inform, report
inlijsten frame
inmaken preserve, pickle
innemen engulf
innemend sympathetic, charming
innen collect
inpakken pack, package
inrichten erect, establish
inroepen request
inruilen swap, interchange
insinueren insinuate
inslikken engulf, swallow
insluiten stow, surround, imply
inspecteren revise, inspect
inspectie houden inspect
inspireren inspire
inspringen indent
inspuiten inject
installeren install
insteken enter, insert
instorten collapse
instrueren instruct
instrument instrument
instrumentenbord panel, dash-board, wainscot
intekenen reserve
intelligent sagacious, intelligent
intelligentie intelligence
intelligentiequotiënt I.Q.
intendant superintendant, steward
intendante matron
intens intensive, intense
intensief intensive, intense
interesseren interest
intermitterend intermittent
interpreteren interpret
interrumperen interrupt
interveniëren intervene
interviewen interview
intrappen shatter, smash
intrekken withdraw
intrigeren intrigue
intussen meanwhile
inventaris inventory
invetten grease
inviteren invite
invloed hebben op influence
invoeren import
invullen fill
inwendige interior
inwerken orient
inwikkelen envelop
inzamelen collect
inzegenen bless
inzetten intone
inzittende passenger
Irene Irene
irriteren stimulate, provoke, rouse
isoleren insulate, isolate, seclude
ivoren ivory
ja knikken nod
ja zeggen assent
jacht maken op hunt
jagen hunt
jammer genoeg unfortunately, regrettably
Jan Klaassen Punch
jassen peel
jegens on, against
Jemen Yemen
Jemenitisch Yemeni
jenever gin
jeuken itch
jodelen yodel
jodendom Judaism
jodenkerk synagogue
joelen shout
jongen boy
jongens- boyish
jongensachtig boyish
Jongere Steentijd Neolithic
jongleren juggle
jubelen exult
jurisdictie van een abt abbacy
kaarsensterkte candle
kaartenboek atlas
kabbelen splash, lap, plash
kakement jaw, jawbone
kakken defecate
kalefateren caulk, calk
kalender calendar
kalfateren calk, caulk
kalken plaster
kalkoen turkey
Kameroen Cameroon, Cameroun
kammen comb
kampeertent tent
kampen fight, wrestle
kamperen camp
kampioen champion
kankeren growl, grumble
kans lopen risk
kanselredenaar preacher
kantoorbediende clerk
kanttekening gloss
kappen overthrow, hack
karakteriseren characterize
karnen churn
Karpaten Carpathians
karren travel
kartonnen cardboard
katoen cotton
katoenen weefsel cotton
kauwen chew
keilen throw
keisteen flint
kenbaar maken reveal
Kenia Kenya
Keniaans Kenyan
kenmerken characterize
kenmerkend characteristic
kennelijk obvious, evident
kennen know
kenner specialist
kennis acquaintance, knowledge
Kenozoïcum Caenozoic, Cenozoic
kenschets characterization
kentekenplaat numberplate
Kenyaans Kenyan
Kerguelen Kerguelen
kermen moan, groan
keten chain
ketenen shackle, fetter
ketteren swear, cuss, curse, blaspheme
keuken kitchen
Keulen Cologne
keuren criticize, censor
keuvelen chat, chatter
kieken photograph
kiemen germinate
kietelen tickle
kiezelsteen flint
kiezen elect, vote, choose
kiften wrangle
kijven wrangle
kippenhok coop
kippenren coop
klaarspelen succeed
klagen complain
klakken click, rattle
klappen hit, knock, strike, click, rattle
klapperen splash, lap, plash
klauteren climb
klauwen scratch
klaveren clubs
kleden clothe
kleiner worden wane, decline
kleinmaken abase
klemmen pinch
klemtoonteken stress-mark
kleppen sound, peal
kleren clothes, clothing
kleren maken tailor
kletsen gossip
kletteren tinkle, clatter, crackle, click, jingle, rattle
kleuren blush, color, colour, paint
kleurenblind colour-blind
kleven stick
klieven split
klikken rattle, click, denounce
klimmen climb
klingelen tinkle, jingle
klinken sound, rivet
klokkenmaker watchmaker
kloppen throb, strike, hit, pulsate, knock
klotsen lap, plash, splash
kloven split
kluizenaar hermit
knabbelen nibble, pick
knagen gnaw, nibble
knapperen crackle
knarsen grind, creak, gnash, grate
knauwen bite
knechten subdue, subjugate, submit
kneden knead
knellen squeeze, oppress
knetteren crackle
knevelen wring, wrest, extort
knielen kneel
knijpen pinch
knikken nod
knipogen blink
knippen shear, clip
knipperen blink
knoeien swindle, botch, defraud
knopen knot
knorren snore
knuffelen hug, cuddle
koeioneren torment
koelen refrigerate
koen courageous, valiant
koesteren pet, incubate, coddle, pamper, sit
koken cook, boil
kolken swirl
Komen Comine
komend near
konfijten preserve
konkelen intrigue
kookgelegenheid kitchen
Kopenhagen Copenhagen
koperen copper
koppelen match-make
kort geleden recently
korten rebate, curtail
kosten cost, expense
kotsen vomit
krabben scratch
krakelen argue, wrangle, dispute
kraken usurp
krassen croak, caw
krauwen scratch
kreng corpse, cadaver
krenken insult, offend
krenkend abusive
Kretenzer Cretan
kreukelen crease
kreunen sigh, groan
kreupel lopen limp
kriebelen tickle, itch
krielen swarm
krieuwelen itch
krioelen swarm
kristallen crystal
kritiseren criticize
krokodillen crocodile
kronen crown
kronkelen twist, meander
kruiden season, flavor, spice
kruidenier grocer
kruipen creep, crawl
kruisen crucify, cruise, cross
kruisen (van schip) cruise
kruisigen crucify
kruiwagen wheelbarrow
krullen curl
kuiken chick
kuilen bury
kunstenaar artist
kunstenmaker acrobat
kussen kiss, cushion
kwaadspreken slander, gossip
kweken cultivate, educate
kwellen torment, pulverize
kwetsen harm
kwetteren peep, twitter, chirp
kwijlen slobber, salivate
kwijnen wither
kwijtraken lose
kwiteren receipt
laaien flame
Laccadiven Laccadives
lachen laugh
lachwekkend ridiculous
laden burden, load
ladenkast dresser
laken reproach, cloth, reprove
lakken lacquer, varnish
lamleggen paralyse
lanceren launch
landen land
lappen mend
lassen weld
laten cause, allow, let
laten begaan let, allow
laten blijken show, manifest
laten doen cause
laten merken betray
laten schieten allow, let
laten trekken infuse
laten varen forsake
laven refresh
leden supporters, party, following, disciples, adherents
lederen leather
leen fief
leengoed fief
leenman vassal
leerlooien tan
leestekens plaatsen punctuate
legendarisch legendary
legende legend
legeren camp
leggen locate, lay
legioen legion
legitimeren legitimize
leiden conduct
Leiden Leiden, Leyden
leiden head, lead
leidend leading
lende loin
lenen borrow, loan, lend
lengte length, longitude
lengte (geo.) longitude
lenig flexible
lens void, lens, empty
lente springtime
lentemaand March
leren leather, learn
lessenaar lectern, desk
letsel toebrengen harm
leuren peddle
Leuven Louvain
leven noise, din, ado, life
levend alive
levende have livestock
levendig brisk, alert, keen
levensbeschrijver biographer
leveren deliver, furnish
lezen read
lezenaar desk, lectern
licentie licence
lichttoren lighthouse
lid van een geleerd genootschap academician
lid worden accede, join
Liechtenstein Liechtenstein
lieden people, persons
liefhebben love
liefkozen caress, stroke, fondle, chuck
liggen lie, recline
lijden tolerate
lijfeigene serf
lijfeigenschap serfdom, servitude
lijken seem, resemble
lijken op resemble
likken lick
linnen linen
liquideren liquidate
lispelen lisp
Litouwen Lithuania
litteken scar
loeien roar
loensen squint
Lofoten Lofoten
logement inn, hostel
logeren stop, stay
lokken decoy, lure
Londen London
lonen reward
lonken ogle
loodsen pilot
looien tan
lopen go, march, step, flow, tread, walk, pace
losbarsten explode
losbinden untie
loshaken unhook
loskopen ransom, redeem
loslaten release
losmaken untie, unlash
lossen release, unload
loten allot
Lotharingen Lorraine, Lothringen
louteren refine, cleanse, purge
loven laud, commend, glorify, praise
luchten ventilate
luchthaven airport
luchtkussen air-cushion
luisteren listen
luitenant lieutenant
lurken suck
luwen subside, abate
maaien cut, mow
machinerieën machinery
machtigen authorize
maffen sleep
Magdalena Magdalena
Magdalenien Magdalenian
magnetiseren magnetize
maken develop, cause, make, do, fabricate, manufacture
Makkabeeën Maccabees
Malediven Maldives
malen pulverize
manen dun, admonish, scold
manicuren manicure
manifesteren show, manifest
manipuleren manipulate
mank lopen limp
mannenklooster monastery
manoeuvreren maneuver, manoeuvre, manœuvre
marchanderen haggle, bargain
marcheren march, walk
marmeren vein
martelen torture, torment
maskeren mask
masseren massage
materialiseren materialise, materialize
mazelen measles
mecanicien mechanic
Mechelen Malines, Mechlin
mededelen communicate
mededogen compassion
medelijden compassion
medemens fellow-creature
mediteren meditate
meedelen communicate
meedingen compete, rival
meedoen participate
meegeven endow
meemaken participate
meer en meer increasingly
meeslepend vivacious
meester worden master
meetellen count
meevoelen sympathize
meewerken cooperate, co-operate
meizoentje daisy
meloen melon
men one
menen suppose, deem, believe
mengeling mixture
mengelmoes mixture
mengen mix, blend, mingle, shuffle
mengsel mixture
menig many
menigmaal often, regularly, frequently
menigte pile, crowd, multitude, mass
menigvoudig diverse, varied, various
menigvuldig varied, diverse, various
mening opinion, supposition
mennen direct, steer, guide
mens man
mensdom mankind
menselijk human, humane
mensen persons, people
menseneter cannibal
mensheid mankind
menslievendheid charity
mentaal mental
mentor counsellor
meren moor
merendeels mostly
merken mark
mesten fertilize
met een band omgeven tape
met geen mogelijkheid impossibly
met gom bestrijken erase
met nadruk zeggen emphasize
met pensioen gaan retire
metaalmengsel alloy
metalen metal, metallic
meten compute, measure
middageten dinner
midden amidst
migrerend migrant
mijden evade, avoid
mijmeren dream, daydream
mijnenlegger minelayer
mijnenveld minefield
mijningenieur mining-engineer
mikken intend
mikken op intend
miljoen million
millennium millenium, millennium
minachten despise
minister-president premier
Mioceen Miocene
misgrijpen miss
misgunnen envy
misleiden deceive
misleidend fallacious
mislopen miss
mislukken abort, miscarry
misrekenen miscalculate
misschien perhaps, maybe, possibly
missen miss, lack
misvatten misunderstand
mixen mingle, shuffle, mix, blend
mobiliseren mobilize
modderen botch
modelleren mold, mould, model
moderniseren modernize
modificeren modify
moeite doen attempt, endeavour
moeten should, need, must, require
mogen may
mogendheid power
molen mill
molenaar miller
Molukken Moluccas
moment moment, instant
mompelen mutter
Montenegrijns Montenegrin
Montenegro Montenegro
monteren link, mount
monument monument
monumentaal monumental
moorden murder
moordenaar murderer
moordenares murderess
moppen tappen gag
mopperen growl, grumble
morene moraine
morgen tomorrow, morning
morgenlicht dawn, aurora
morgenrood aurora, dawn
morrelen fumble
morren growl, mutter, grumble
morsen spill
mosgroen moss-green
motoriseren motorize
motregenen mizzle, drizzle
mousserend effervescent, sparkling
muiten revolt
muizengif rat-poison
muizenissen worries
multipliceren duplicate, multiply
mummelen mutter
muntkenner numismatist
murmelen gurgle, burble, murmur, purl
murmelen (v. beekje) burble, gurgle, murmur, purl
muskietengaas mosquito-net, mosquito-netting
muskietennet mosquito-netting, mosquito-net
muziektent bandstand
muziekwetenschap musicology
Mycene Mycenae
naaien screw, needlework, fuck
naaigaren sewing-thread
naaktlopen nudism
naamgenoot namesake
naar adem snakken gasp
naar behoren decently, properly
naar beneden gaan descend
naar binnen inwards
naar boven upwards, up
naar buiten outward
naar buiten brengen bear, suffer
naar buiten roepen evoke
naar men zegt allegedly
naar voren foreward
naasten nationalize
naastenliefde charity
nablijven remain
nabootsen imitate
nachtdienst night-shift, night-duty, night-service
nachtevening equinox
nadenken meditate
nadenkend meditative, thoughtful, pensive, thinking
naderen advance
nadoen imitate
naftaleen naphthaline, naphthalene
nagekomen subsequent
nagelen nail
najagen persecute, pursue, chase, aspire
nakijken revise, examine
naklinken echo, resound
nalaten bequeath, overlook
Namen Namur
nastreven chase, pursue
nationaliseren nationalize
nauwer aanhalen strech
nauwkeurig bepalen determine, fix
nauwsluitend tight
navigeren navigate
nazeggen repeat
neen not, no
neerdruipen drain
neerdrukken depress
neerleggen abdicate, resign, lay
neerschrijven write
neervallen fall
neervellen overthrow
negen nine
negende ninth
negentien nineteen
negentig ninety
negeren ignore
neigen tilt, incline
neiging tot uitstellen procrastination
nergens nowhere
neringdoende shopkeeper
nestelen nest
neuken screw, fuck
Neurenberg Nuremberg
niemendal nothing, none
niesen sneeze
niettegenstaande defiantly, notwithstanding, despite
niezen sneeze
nijgen curtsy
Nijmegen Nimwegen, Nijmegen
nijpen pinch
noden invite
nodig hebben need, require
noemen mention, cite, call, quote
noen midday, noon
nog eens encore
nonsens nonsense
noodzaken compel
noorden North, north
Noorwegen Norway
notulen protocol, minutes
obsceen obscene
obsederen obsess
ochtend morning
ochtendjas undress, négligé
oculeren inoculate
oefenen practise, exercise
Oekraïens Ukrainian
offensief offensive
offeren sacrifice
ogenblik moment, instant
ogenblikkelijk immediate
Oligoceen Oligocene
Olympische Spelen Olympics
om, heen around
omarmen embrace
ombrengen slay, kill
ombuigen bend
omgeven surround
omgorden gird
omhelzen embrace
omhullen envelop
omkleden clothe
omkomen perish
omkopen bribe
omleggen commute
omploegen plough
omringen surround
omroepen broadcast
omroeren whirl, froth, whip
omschakelen commute
omschrijven define
omsluieren veil
omsluiten enclose
omstreken surroundings, environs
omtrent around, concerning
omvatten comprise
omvouwen fold
omwenteling revolution
onaangenaam bleak
onafgebroken continuous
onbedorven guiltless, innocent, recent, fresh
onbedorvenheid innocence
onbeduidend insignificant, meaningless, trifling
onbehouwen raw, crude, rough
onbekend obscure, unknown
onbekende stranger
onbekrompenheid abundance
onbenullig vulgar
onberekenbaar capricious, fitful
onbescheidenheid pretence, high-handedness
onbetekenend meaningless
onder de knie krijgen master
onder tafel schuiven ignore
onderbeen paw
onderbinden moor
onderbreken interrupt
onderdompelen immerse
onderdrukken quell, suffocate, suppress
ondergraven undermine, subvert
onderhouden amuse
onderkennen distinguish, recognise
onderkomen dwelling, residence
ondermijnen subvert, undermine
ondermijnend subversive
ondernemen undertake
ondernemend enterprising
onderschatten underestimate
onderscheid maken differentiate
onderscheiden distinguish
onderschikkend voegwoord subjunction
onderstrepen underline
ondertekening signature
ondervragen interrogate
onderwaarderen underestimate
onderwerpen subjugate, subdue, submit
onderwijzen tutor, coach
onderzoeken investigate, explore, examine
ondeugend frolicsome, frolic
onduleren corrugate
oneigenlijk figurative
onervaren inexperienced
ongemeen rare
ongenoemd anonymous
ongeschonden integral
ongewapend unarmed
ongezien unseen
onkosten expense
onlusten mutiny, rebellion
onmens barbarian
onmenselijk barbaric, inhuman
onopvallend discrete
ontaarden degenerate
ontberen lack
ontbinden annul, analyse, remit, analyze
ontcijferen decipher
ontdekken discover, uncover
ontdooien melt, thaw
ontgoochelen disappoint
ontheiligen defile, profane
onthouden recollect, recall, remember
onthutsen appall, dismay
ontkennen deny
ontkennend negatively
ontketenen launch
ontkiemen germinate
ontkomen escape, flee
ontkoppelen uncouple
ontlasting hebben defecate
ontleden analyse, analyze
ontlokken utter
ontluiken sprout
ontmannen castrate
ontmoeten see, encounter
ontploffen explode
ontraadselen decipher
ontroeren move, stir
ontroerend moving
ontrollen unroll
ontruimen evacuate
ontsluiten unlock
ontsmetten disinfect
ontsnappen flee, escape
ontspringen spring
ontspruiten sprout
ontstellen appall, dismay
ontstellend startling
ontsteltenis consternation
ontveinzen conceal
ontvoeren abduct
ontwapenen disarm
ontwerpen sketch
ontwijden defile, profane
ontwijken evade, avoid
ontwoekeren reclaim
ontwortelen eradicate
ontwrichten dislocate
ontzenuwen refute
ontzetten appall, dismiss, dismay, sack, fire, discharge
ontzien spare, indulge
onveilig maken infest
onvermengd absolute
onvoldragen unripe
onwennig strange
oogwenk instant, moment
oordelen judge
oosten east, East
Oostende Ostend, Ostende
Oostenrijk Austria
Oostenrijks Austrian
op de achtersteven abaft
op de een of andere manier somehow
op een abt betrekking hebbend abbatial
op een keer once, sometimes
op een kier staand ajar
op een klos winden wind
op het spel zetten risk
op smaak brengen season, flavor
op verhaal komen convalesce, recuperate
opbellen telephone
opbergen stow
opblazen inflate
opborrelen spring
opbrengen produce
opbrengst income, product
opdagen emerge, appear, perform
opdoeken remove
opdracht geven entrust
opdragen dedicate, devote, entrust, celebrate
opdraven appear, emerge, perform
opdrijven increase
opdringen impose
opduikelen excavate, grub
opeenhopen accumulate, stack, heap, amass
opeens suddenly
opeisen postulate, demand
open unoccupied, vacant, free
open en bloot openly, frankly
open haard hearth
open veld countryside, country
openbaar public
openbaarmaking publication
openbaren reveal
Openbaring van Johannes Apocalypse
opendoen open
openen open
opener tin-opener
openhartigheid sincerity
openheid openness, frankness
opening maw, opening, aperture, gap
openlijk public
openmaken open
opfokken raise, breed
opfrissen refresh
opgelost worden dissolve
opgeven abandon, lose, say, renounce, tell
opgewonden agitated
opgooien toss
opgraven grub, dig, excavate, lift
ophalen inhale, lever
opharken rake
opheffen liquidate
ophijsen hoist
ophitsen provoke, agitate, stimulate, abet, incite, rouse
ophogen increase
ophopen stack, accumulate, amass, heap
ophouden retain, expire, cease, detain
opjagen shoo
opklimmend rising
opknappen refresh
opkomen ascend
opkomen voor defend
opkomend new, novel
opkopen monopolize, corner
opkroppen suppress
opkweken raise, breed
oplappen mend
oplettend attentive
opleveren produce
oplossen dissolve
opmaken edit, waste
opnemen transfer
opofferen sacrifice
oppassend sweet
oppompen pump
oprichten erect, establish, lever
oprispen belch, burp
opruien agitate, incite, abet
opruiend inflammatory
opscheppen shovel, brag, boast
opschudden shock
opslorpen absorb, sip
opsluiten imprison
opspatten spurt, gush
opstellen edit
opstoken abet, incite, agitate
opsturen send, transmit
optakelen rig
optellen add
opticien optician
optreden activity, action, presentation
optuigen rig
opvallen knock
opvoeden coach, tutor
opvolgen observe, follow
opvorderen requisition
opvrolijken amuse
opvullen upholster
opwekken arouse, wake, awaken
opwellen spring
opwerken embellish
opwinden strech, excite
opwindend exciting
opzetten tousle, upholster
opziener taskmaster
opzoeken visit
opzuigen suck
ordenen arrange
organiseren organize
oriënt East, east
oriënteren orient
orkestreren orchestrate, score
Orkney Eilanden Orkneys
ornamentaal ornamental
oscilleren oscillate
ostentatief pretentious
Oudere Steentijd Palaeolithic, Paleolithic
oudgediende veteran
oven kiln, oven, stove, furnace
overbrengen transport
overdoen vend, sell
overdrijven exaggerate
overeenkomend analogous
overeenkomst resemblance, similarity
overeenstemmen agree
overeenstemmend conforming
overeenstemming agreement, settlement, chord, accord
overgeven vomit
overhalen distil
overhandigen hand
overheen across
overhellen stoop
overigens moreover, besides
overkomen seem
overlappen overlay
overlijden die, death
overmeesteren overpower
overschakelen commute
overschatten overestimate
overschoen overshoe, galosh
overseinen telegraph
overstelpen overwhelm
overtreffen exceed, surpass
overtroeven surpass
overtuigen convince, persuade
overwaarderen overestimate
overwegen consider
overwegend mostly
overweldigen usurp
overweldigend superb, grand, grandiose, magnificent
overzetten translate
paaien satisfy
paardenvolk cavalry
pachten lease
paffen shoot
pakken grapple, pack, package, capture
panne hebben break-down
pantomime spelen pantomime
paraderen parade, display
paren mate
parfumeren perfume
parkeren park
parlement parliament
parlementair parliamentary
Pasen Easter
passen conform, befit
passend conforming, appropriate, seemly, becoming
patent patent
patiënt patient
patrouilleren patrol
pauzeren pause
paviljoen pavilion
peddelen paddle, pedal
peen carrot
peinzen meditate
pekelen pickle
pen feather
penarie abashment, perplexity, embarrassment
Penelope Penelope
penicilline penicillin
penis penis
pennestrijd controversy
penning medal, coin
penningkundige numismatist
penny penny
penseel paintbrush
pensioen pension, retirement
pensioentrekker retiree, pensioner
Pentateuch Pentateuch
peperen pepper
percent percent, percentage
perkament parchment
permanent continuously, continually, constantly
persen oppress, squeeze
personen persons
petitionnement petition
pfennig pfennig
picknicken picnic
pienter astute
piepen creak, grind, chirp, grate, peep, twitter, gnash
pierement hurdy-gurdy
piesen urinate
pijn doen ache, hurt
pijnigen torture
pikken stab, sting
pimpelen drink
pingelen haggle, bargain
pinken blink
Pinksteren Pentecost, Whitsunday
pissen urinate
plaatsen locate
plaatsen bovenop superimpose
plaatsvervangend deputy
plagen tease
plantengal gall
plassen wade, lap, splash, plash
platliggend horizontal
plaveien pave
plechtig beloven vow
plegen accustom
Pleistoceen Pleistocene
pleiten plead, plea
Plioceen Pliocene
ploegen plough
plooien fold
plukken pluck
plunderen plunder, rob
pochen boast, brag
poederen powder
poen money
poepen defecate
pogen endeavour, try, attempt
pokken smallpox
Polen Poland
politieagent policeman
Pommeren Pomerania
pompen pump
pompoen pumpkin, squash
posterijen mail
pottenbakker potter
pralen display, parade
praten talk, speak, chatter, chat
prediken preach
preferentie privilege
prefereren prefer
prejudiciëren anticipate
preken preach
prent picture, engraving, image
presentatie presentation
presenteerblad tray
presenteren introduce
presentie presence
president president, chairman
presideren preside
prevalent superior
priemen sting, stab
prijken display, parade
prijsgeven abandon
prijzen glorify, praise, commend, laud
prikkelen spur, excite
prikken stab, sting
procederen litigate
procent percent, percentage
proclameren proclaim
proesten sneeze
profaneren defile, profane
programmeren programme, program
projecteren project
promenade promenade
promoveren promote
pronken parade, display
propaganda maken voor publicize
propageren publicize
prostitueren prostitute
provianderen provide
Pruisen Prussia
prullenmand paper-basket
pruttelen simmer
pulseren throb, pulsate
purperen purple
Pyreneeën Pyrenees
raadgevend lichaam council
raadplegen consult
raden guess
raffineren refine
rangeren manœuvre, maneuver, manoeuvre
raspen rasp
razen hum, buzz
razend rabid
reageren react, respond
rebelleren revolt
recenseren review
recentelijk lately
rechtop zetten tousle
recipiëren entertain
recommanderen recommend
recruteren recruit
redden rescue, save
reden reason
redenaar orator
redenaars- oratorical
redigeren edit
reduceren reduce
referentie reference
reflecteren reflect
reformeren reform
regelen regulate, organize
regenboog rainbow
regenen rain
regenmantel raincoat
regenworm earthworm
regeren govern
regiment regiment
reglement rules, regulations
reglementeren regulate
reguleren regulate
reikhalzen yearn
reinigen cleanse, purge
rekenen calculate, postulate, demand, figure
rekening calculation, account
rekenkunde arithmetic
rekenmachine calculator
rekenschap calculation
rekken lengthen
rekwireren requisition
remmen brake
rendez-vous rendezvous
renoveren renew
rente percentage, percent
rentmeesterschap stewardship
repareren repair
reproduceren return, reproduce, render
reserveren retain, detain, reserve
resideren live, dwell
resistent immune
resorberen sip
respecteren respect
restitueren repay
resumeren summarize
retoucheren retouch
revérence obeisance
richten direct, guide, steer
rijden ride, travel
rijmen rhyme
rijp worden ripen
rijpen ripen
rijten rip
rijzen ascend
rillen quiver, shiver, tremble
rimpelen furrow, wrinkle
ringeloren tyrannize
rinkelen jingle, tinkle
rissen deduct
ritselen swish, rustle
ritsen deduct
rochelen spit
roddelen slander
rododendron rhododendron
roeien row
Roemeens Rumanian, Romanian
roemen glorify, commend, praise, laud
Roemenië Romania, Rumania
roepen shout
roeren froth, whirl, whip
roerend touching, mobile, moving
roesten rust
roken smoke
rolprent movie, film
ronddelen deal, distribute
rondgeven distribute, deal
rondreizen wander, migrate, roam
rondschrijven circular
rondstrooien scatter
rondtrekken wander, roam, migrate
rondtrekkend migrant
ronken snore
röntgenstralen X-rays
rood worden blush
roodkoperen copper
rooien excavate, dig, lift, grub
roosteren roast, toast
roteren pivot
rotten putrefy, rot
rouwen mourn
roven rob, plunder
royeren discharge, fire, dismiss, sack
rozenkrans rosary
rubberen rubber
ruilen swap, interchange
ruïneren ruin
ruisen rustle, swish
rukken tug, pull
rusten repose
rustend retired
ruzie maken wrangle
sacrament sacrament
Saksen Saxe, Saxony
samen together, co-, fellow
samen- co-, fellow
samen met with
samengesteld complex
samenhang connection, unity
samenklank harmony, agreement
samenkomen assemble, congregate, converge, meet
samenkomst assemblage, gathering
samenlopen converge
samenscholing assembly
samenspannen conspire
samenspanning conspiracy
samenstellen compile, compose
samenstelling structure
samenvatten summarize
samenvoegen combine
samenwerken co-operate, cooperate
samenzweren conspire
sanctioneren sanction
Saturnaliën Saturnalia
sauzen anoint, pour, smear
scanderen scan
scenario script
scène scene
schade aanrichten damage
schaden damage
schaduwen tail, shadow
scharrelen fumble, scratch, court, woo
schatten estimate, appraise
schaven abrade
scheelkijken squint
scheelzien squint
scheiden divide, disintegrate
schelen differ
schenken donate, give
schepen alderman
scheppen shovel, create
scheren skim, shear, clip
scherpen sharpen
schertsen jest
schetsen sketch
scheuren burst, rip
schieten shoot
schijnen seem, shine
schilderen paint
schillen peel
schitteren flare, shine
schoen shoe
schoencrème polish, wax
schoenhoorn shoe-horn, shoe-lift
schoenlepel shoe-horn, shoe-lift
schoenmaker shoemaker
schoensmeer polish, wax
schoffelen weed
schokken shake, jolt, jerk, shock
schommelen oscillate
schooien beg
schoonklinkend euphonious
schoonmaken cleanse, purge
schoorsteen chimney, fireplace, smokestack
schoorsteenmantel mantel, mantelpiece
schoorvoeten hesitate
schoppen kick, spades
schorpioen scorpion
schorsen interrupt
schragen lean, support, sustain
schreeuwen shout
schrijden stride, step, tread, stalk, pace
schrijven write
schrik aanjagen terrify, frighten
schrikaanjagend terrible, dreadful
schudden shock
schuieren brush
schuimen foam
schuimend sparkling, effervescent
schuiven shove
schuldig bevinden convict
schurkachtig handelen cheat
sectie verrichten dissect
seinen signal
Senegal Senegal
Senegalees Senegalese
sensatie sensation
sensationeel sensational
sensueel sensuous, sensual
sententie verdict, maxim
sentiment sentiment
sentimenteel sentimental
sereen untroubled, serene
serenade serenade
sermoen sermon
serveren serve
Seychellen Seychelles
sigarenwinkel tobacconist's
Sijbrandaburen Sijbrandaburen, Sybrandabuorren
simplificeren simplify
simuleren feign
sissen hiss
situeren locate
sjilpen peep, twitter, chirp
sjogoen shogun
skiën ski
slaapwagen sleeping-car
slachten butcher, slaughter
slagen succeed
slaken utter
slapen sleep
slepen tow
slijpen sharpen
slikken swallow
slingeren meander, brandish, oscillate, sway, fling
slippen slip, skid
slopen consume
slotenmaker locksmith
Sloveen Slovene
Sloveens Slovenian
Sloveniër Slovene
sluieren veil
sluimeren slumber, nap
sluipen steal
sluiten shut, close
slurpen sip
smachtend longing
smaken taste
smakken smack
smeden forge
smeken beseech
smeren smear, anoint
smetten stain
smoken smoke
smokkelen smuggle
smoren suffocate, quell
snappen surprise
sneeuwen snow
snelheidsgrens speed-limit
snijden castrate
snikken sob
snoeien shear, prune, clip
snoepen relish
snoeven boast, brag
snorken snore
snorren hum, seek, buzz
snuffelen snuffle
snurken snore
soppen dip
spaakbeen radius
spanderen dedicate, spend, devote
spannen strech
sparen spare, indulge
spartelen writhe, struggle, flounder
specificeren specify
specimen specimen, sample
speeksel afscheiden salivate
speen vacuum-cleaner, nipple
spekken provide, fill
spelen play
spellen spell
spenderen spend, devote, dedicate
spieden spy
spiegelen reflect
spieken crib
spietsen impale
spijkeren nail
spinnen spin
spitten spade
splijten split, burst
spoed maken rush, hurry
spoedeisend urgent, pressing
spoelen rinse, gargle, wind
spoken haunt
spoorwagen waggon
spotlachen sneer
spotten mock
spreken speak, talk
springen leap, jump
sproeien squirt, irrigate
spruiten bud
spugen vomit, spit
spuien ventilate
spuiten squirt
spullen stuff, things
sputteren growl, grumble
spuwen spit
stagneren stagnate
stalen temper, harden
stamelen stammer, stutter
stampen tango
stand van zaken situation, circumstances
standaardbetekenis v.e. woord acceptation
standhouden withstand
stapelen amass
stappen pace, tread, step
staren stare, peer, gaze
steen gem, jewel
Steenbok Capricorn
steengruis gravel, grit
steenkool coal
steenslag chippings, road-metal, stone-chippings
steenuil screech-owl
steken sting, stab, insert, enter
stellen suppose
stemhebbend sonorous, sonourous
stemmen vote, tune
stenen groan, metalled, brick
stenig metalled
steno shorthand
stenografie stenography, shorthand
stenotypiste stenotypist
steriliseren sterilize
sterk werkend drastic
sterken fortify
sterker worden freshen
sterrenkijker telescope
sterrenkunde astronomy
sterrenkundige astronomer
sterrenwichelaar astrologer
sterven die
steunen support, groan, lean, sustain
stichten establish, edify, erect
Stiermarken Styria
stikken quilt
stilzwijgend silent
stinken reek, smell, stink
stinkend bad-smelling, stinking, odorous, fumy
stipendium subsidy
stoken stoke
stompen punch
stootkussen buffer, bumper
stoppen constipate, cease, clog
storen disturb, bother
storend troublesome
storing veroorzaken perturb, disquiet
storten pay, fall
stortregenen pour
stoten thrust
stotteren stutter, stammer
straatschender vandal
straffen punish
strakker aantrekken tighten
stralen radiate
stralenkrans nimbus
stranden strand
strelen chuck, stroke, fondle, caress
streng stringent, strict, severe, tight, rigorous
streven attempt, try, endeavour
strijd voeren fight
strijden fight
stromen flow
stromend fluent
strooien scatter
stropen rob, plunder
struikelen stumble
student scholar, student
stuitend abhorrant, nauseous, disgusting
stuiven gush, spurt
sturen send, transmit
stutten support, lean, sustain
stuwen impel
subsidiëren subsidize
swingen brandish, fling
symboliseren symbolize
taaleigen idiom
tafellaken table-cloth
talent aptitude, talent
talentvol talented
tandenborstel tooth-brush
tandenstoker toothpick
tanen tan
tappen vend, release, sell
tarten defy, challenge
Tasjkent Tashkent, Tashkend
tasten feel, grope
taxeren estimate, appraise
te boven gaan exceed
te gronde richten ruin
te koop aanbieden bid
te wachten staan wait, abide, expect, await
te weten namely, viz.
teen toe
tegelsteen tile
tegemoetkomen aan satisfy
tegen toward, towards, to, against
tegenaan against
tegengesteld reversed, contrary
tegenkanting resistance
tegenliggend contrary
tegenover opposite
tegenspartelen resist
tegenspreken contradict
tegenstand opposition, resistance
tegenstander adversary, opponent
tegenstander van slavernij abolitionist
tegenstreven resist
tegenvallen disappoint
tegenweer resistance
tegenwerken oppose
tegenwoordig nowadays, topical, present-day, currently, present
tegenzin dislike, aversion
teken presage, sign, omen, token, symptom, indication
tekenen mark, characterize
tekenend characteristic
tekening design, drawing
tekenkrijt pastel
tekenpapier drawing-paper
telefoneren telephone
telegraferen telegraph
telen breed, raise
temmen tame
temperament temperament
temperen temper, blend, mingle, shuffle, harden, mix
ten dele partially, partly
ten eerste firstly
ten enenmale absolutely
ten geschenke gratis
ten noorden van above
ten slotte ultimately, finally
ten volle fully
tendentieus tendentious, tendencious
tenger slim
tennis tennis
tenor tenor
tenorstem tenor
tent tent
tentoonstellen exhibit, expose
tentoonstelling exposition, exhibition
tenue uniform
tenzij unless
ter aarde bestellen inter, entomb
ter dood brengen execute
ter wereld brengen labour
teren tar
terugbetalen repay
terugdoen reward, reciprocate
terugdringen repulse
teruggeven return
terughoudendheid abstention
terugkaatsen reflect
terugtrekken withdraw
terugvallen lapse
testament will, testament
tevreden satisfied, pleased, contented
tevredenheid contentment, satisfaction
tezamen together
tien ten
tiende tenth
tieren prosper
tikken pat
tintelen foam
tippelen walk, march
tiranniseren tyrannize
titelen title
tituleren title
tjilpen peep, chirp, twitter
toebereiden prepare
toebinden ligature
toedekken cover
toedichten blame
toegegeven admittedly
toegenegen advantageous, favourable
toegeven cede, confess, concede, admit, consent, relinquish
toegevend accommodating
toejuichen applaud, acclaim
toekomen merit, deserve
toelachen draw, attract
toelaten permit, tolerate
toelichten explain
toen when
toenemen freshen
toereiken suffice
toereikend zijn suffice
toerusten equip
toeschrijven blame
toestoten nudge, jog
toeten trumpet
toeteren trumpet
toetreden join
toetsenbord keyboard
toevallen epilepsy
toevertrouwen confide
toezeggen promise
tokkelen pinch
tomatensoep tomato-soup
toonaangevend leading
toongevend leading
toren tower
torpederen torpedo
tot inkeer komen repent
tovenaar sorcerer, enchanter, wizard, warlock
tovenares witch
traanogen weep
trachten endeavour, attempt
tranen weep
translateren translate
transpireren sweat
transporteren transport
trappen pedal, kick
treden tread, step, pace
treffen battle, scuffle, find
trek hebben in wish, desire
trekken tow, migrate, wander, haul, drag, roam
trekkend migrant
triljoen trillion
trillen vibrate
trillers maken trill
triomferen triumph
troetelen pamper, pet, coddle
troosten console
trotseren defy, challenge
trouwen wed, marry
trouwens besides, moreover
Tsjetsjeens Chechen
Tsjetsjenië Chechenia
tuigen rig
tuinieren gardening
turen gaze, peer, stare
Turkmeen Turkoman
tussen between, among
tussenruimte interval
tussenwerpsel interjection
twee weken fortnight
twijfelen doubt
twijnen contort
twisten argue, dispute
übermensch superman
uit elkaar houden differentiate
uit het hoofd leren memorize
uitademen exhale
uitbannen exile
uitbazuinen herald
uitbeelden represent, depict
uitbetalen pay
uitblussen extinguish
uitbotten bud
uitbouwen enlarge, augment
uitbreiden enlarge, augment
uitbrengen utter
uitbuiten utilize, exploit
uitdagen challenge, defy
uitdampen evaporate
uitdelen deal, distribute
uitdenken invent
uitdoen extinguish
uitdrijven expel
uitdrukken express
uiteendrijven disperse
uiteenjagen disperse
uiteenlopen differ
uiteenlopend different
uiteenvallen collapse
uiteenzetten explain
uitgelezen elected
uitgesloten impossible
uitgesproken distinct
uitgeven issue, publish
uitgewekene refugee
uitglijden skid, slip
uithakken sculpture, carve
uithouwen sculpture, carve
uitkammen comb, rake
uitkiezen elect, choose
uitkijken naar seek
uitkomen sprout
uitladen unload
uitlaten overlook, release
uitleggen clarify, lengthen, interpret
uitlenen lend
uitlezen elect, choose
uitlisten list
uitloven propose, promise
uitluchten ventilate
uitmaken decide, constitute
uitmaken voor call
uitmelken utilize, exploit
uitnodigen invite
uitpakken unpack
uitreiken procure
uitroeien exterminate
uitroepen despairingly
uitrollen unroll
uitrusten equip
uitschakelen eliminate
uitscheiden secrete
uitschrijven write, convoke, organize, launch
uitsluiten exclude
uitsluitend exclusively, exclusive
uitspelen throw
uitspreken pronounce
uitspuiten squirt
uitstekend eminent
uitstellen postpone, procrastinate
uitstippelen sketch
uitstralen emit, radiate
uitstrooien disseminate
uittarten defy, challenge
uittreden quit
uittrekken emigrate, earmark, ordain, destine
uitvaardigen promulgate, proclaim
uitvallen renounce, malfunction
uitvegen delete
uitverkoren favourite, favorite
uitvoeren introduce, equip, export, play
uitwasemen fume
uitwassen wash
uitwendig outer, external
uitwijken emigrate
uitwissen delete, obliterate
uitwrijven rub
uitzaaien sow, disseminate
uitzenden broadcast
uitzien naar seek
uitzonderen except
uploaden upload
urgent urgently
usurperen usurp
vaccineren vaccinate
vaderlandslievend patriotic
vakvereniging corporation, trade-union, syndicate, labour-union
vakwoordenboek terminology
vallen fall
vallende ziekte epilepsy
van buiten leren memorize
van een delirium delirious
van mening zijn opine, think
van stapel lopen go
van voren af aan anew, again
van zijn stuk brengen confuse
vaneenscheuren tear
vanzelfsprekend self-evident
varen fern, travel
varensgezel sailor
variëren vary
varken pig
varkensvlees pork
vasten fast
Vastenavond Shrove-Tuesday
vastgespen buckle
vasthaken clasp
vasthoudend retentive
vasthoudendheid perseverance
vastkleven stick
vastklinken rivet
vastnaaien sew
vaststellen ascertain
vastzetten block
vatten frame
veelbetekenend significant
veelomvattend ample, extensive, comprehensive, bulky
veertien fourteen
veertien dagen fortnight
vegeteren vegetate
veilig stellen insure
veinzen dissemble
vellen overthrow
Venda Venda
Vendataal Venda
vendu auction
vendumeester auctioneer
venerisch venereal
Venetiaans Venetian
Venetië Venice
Venezolaans Venezuelan
Venezuela Venezuela
venijnig poisonous
venster window
vensterkozijn window-frame
vensterruit pane
venten peddle
ventiel air-valve
ventilator ventilator
Venus Venus
veraanschouwelijken illustrate
verachten despise
verafgoden adore
verafschuwen loathe, abominate, abhor
veranderen turn, alter, change
verassen incinerate, cremate
verbannen exile
verbasteren degenerate, bribe
verbazen amaze
verbazingwekkend amazing, astonishing
verbeelden represent, depict
verbergen conceal
verbeteren improve
verbeuren lose
verbieden prohibit, forbid
verbinden combine, connect
verbintenis contract
verblinden dazzle
verbluffend phenomenal
verborgen hidden
verbranden incinerate
verbreiden spread
verbrijzelen shatter, smash
verbruiken consume
verbuigen contort
verdagen postpone, procrastinate
verdedigen defend
verdelgen exterminate
verdenken suspect
verdienen win, deserve, merit, earn
verdienste profit
verdikken thicken
verdoen waste
verdonkeremanen pilfer
verdorren wither
verdorven perverse
verdraaien contort
verdriet doen afflict, grieve
verdrijven expel
verdringen repulse, suppress
verdrinken drown
verdunnen rarefy, attenuate
verduwen digest
verdwijnen disappear
veredelen improve
vereenvoudigen simplify
vereenzelvigen identify
vereisen demand, postulate
verenigd united
Verenigde Staten van Amerika USA
verenigingsorgaan bulletin
vereren honor, honour
verergeren heighten
verfijnen refine
verflensen wither
verfomfaaien crease, dishevel
verfraaien embellish
verfrissend refreshing
vergaderen congregate, meet, assemble
vergallen poison
vergelden reward, reciprocate
vergelijken compare
vergelijkenderwijs comparatively
vergemakkelijken facilitate
vergenoegd satisfied, contented, pleased
vergeten forget
vergeven poison, pardon, forgive
vergezellen accompany
vergiftigen poison
verglazen glaze
vergoeden compensate
vergroten enlarge, augment
vergulden gild
verhaasten accelerate
verhalen relate
verhandelen vend, sell
verheerlijken praise, glorify, laud, commend
verheffen increase
verhelen conceal
verhelpen repair
verheven high, lofty, tall
verhevenheid majesty
verhinderen prevent, inhibit
verhoeden inhibit, prevent
verjagen deter, expel, scare, discourage
verkeerd begrijpen misunderstand
verkenner scout, boyscout
verkeren be
verkiezen wish, desire
verklungelen waste
verkorten curtail
verkrijgen acquire, attain, get, obtain
verlagen decrease, lower, degrade
verlakken lacquer, varnish
verlammen paralyse
verlangen yearn, want
verlangend longing
verlaten alone
verleden previous, former, last, prior, past
verleden tijd past
verleiden seduce, entice
verleren forget
verlevendigen animate
verlichten illuminate, facilitate, enlighten
verlokken seduce, entice
verloren lost
verloren gaan drown
verloten allot
vermalen pulverize
vermanen admonish, scold
vermeerderen enhance
vermelden mention
vermengen blend, mix, mingle, shuffle
vermenigvuldigen multiply
verminderen diminish, lessen
vermoeden conjecture, suppose, surmise
vermoeiend tiresome
vermogen capital
vermogend well-off, wealthy, rich
vermoorden murder
vermorzelen smash, shatter
vernederen abase
vernemen hear
vernielen quash, destroy
vernietigen quash, destroy
vernieuwen renew
veronachtzamen neglect
veronderstellen hypothesize
verontschuldigen excuse
verontwaardigen annoy
verootmoedigen abase
verordenen decree
veroveren conquer
verpakken pack, package
verpestend catching, contagious, infectious
verplegen attend, nurse
verpletteren overwhelm
verplichten compel
verrassen surprise
verrassend surprising
verrekken dislocate
verroesten rust
verrotten rot, putrefy
verrukken delight
verschaffen procure
verscheidene several
verschijnen appearance
verschillen differ
verschillend diverse, varied, various, different
versieren adorn, decorate, ornament
verslappen relax
versleten worn
versleutelen encipher
versnellend accelerative
versomberen darken
verspreiden rarefy, spread
verspuiten gush, spurt
versteend petrified
verstening fossil
verstoffelijken materialize, materialise
verstrekken procure
verstrikken implicate, entangle
verstrooien distract, divert
verstuiken dislocate
vertalen translate
vertegenwoordiger agent
vertellen relate
verteren digest
verterend ablaze, ardent
vertogen maintain
vertonen demonstrate
vertrekken quarters
vertroetelen pamper, pet, coddle
vertroosten console
vertrouwen confide, trust, faith, confidence
vertwijfelen despair
vervagen blur, fade
vervalsen falsify
vervatten formulate
verveelvoudigen duplicate
vervelend boring, weary
verven colour, paint, color
vervlogen lost
vervoegen conjugate
vervolgen persecute
vervolgens thereafter
vervormen transform
verwachten foresee
verwarmen stoke
verwarren entangle, implicate
verwarrend confusing
verwekken beget, generate
verweren defend
verwerpen disapprove, rebuke, reject
verwoesten quash, destroy
verwonderen amaze
verwonderend wonderful
verzadigen saturate
verzaken overlook
verzekeren certify, assert, assure, state, insure
verzenden ship, dispatch
verzendend ardent, ablaze
verzender sender
verzoeken request
verzorgen attend, nurse
verzwakken attenuate
vibreren vibrate
vice-president vice-president
vieren celebrate
vies ruiken reek, smell, stink
vigerend valid
vijftien fifteen
vinden find
visioen vision
vissen fish
Vlaanderen Flanders
vlammen flame
vlechten braid, plait, wreathe, twine
vleien flatter
vleiend coaxingly
vliegen aviate
vliegenier aviator
vlieghaven airfield
vliegwezen aviation
vlieten flow
vlijen lay
Vlissingen Flushing
vloeien flow
vloeiend fluent
vloeken cuss, swear, blaspheme, curse
vlotten float
vochtig maken dampen
voddenkoopman ragpicker
voddenman ragpicker
voddenraper ragpicker
voeden nourish
voelen feel, grope
voeren wear, transport, carry
voldoende sufficient, enough
volhardend persistent
volkomen full, entirely, completely, fully, perfect
volkomenheid perfection
volksvertegenwoordiging parliament
volmachtigen authorize
volwassene adult
voor voldaan tekenen receipt
voordragen declaim, recite
voorgeschiedenis prehistory
voorgeven pretend
voorhebben wear, carry
vooringenomenheid prejudice
voorkomend friendly, affable, good-natured, kind
voorkomendheid kindness
voorleggen serve
voorrijden collide, run
voorschieten lend
voorspelen play
voorspellen prophesy, foretell, forecast
voorspreken intercede
voorsteven prow
voortbrenging production
voorteken sign, presage, indication, omen, portent
voortgang hebben happen, grow
voortmaken rush, hurry
voorwenden pretend
voorzeggen forecast, foretell, prophesy
voorzitten preside
vorderen requisition
vormen constitute, form, shape
vorstendom principality
vouwen fold
vrachtwagen lorry, truck
vragen invite, request, ask
vredelievend peaceloving
vreten eat, feed
vriendelijk friendly, good-natured, pretty, kind, affable
vriendin lover, friend
vriendschap friendship
vriezen freeze
vrijen woo, court
vrijkopen ransom, redeem
vrijstellen exempt
vrouwenrok skirt
vullen upholster, fill
vulpen fountain-pen
vuren shoot
vuurspuwende berg volcano
vuurtoren lighthouse
waaien aerate
waar niet aan te doen valt helpless
waard om van te houden likable
waarderen appraise, estimate, appreciate
waarschuwen warn, caution
wachten expect, await, abide, wait
waden wade
wagen vehicle, cart, chariot, car, dare
wagenkap bonnet
wagenspoor trail
waggelen waver
wakend awake
wakker maken arouse, awaken, wake
wandelen stroll
wanhopen despair
wankelen waver
wannen aerate
wantrouwen suspicion
wapen badge, weapon, insignia
wapenen arm
warenhuis warehouse
warrelen swirl
wasgelegenheid washroom
wassen wash, bathe
waterhoen moorhen
watermeloen water-melon
watten cotton-wool, wadding
wedden wager, bet
wedijveren rival, compete
weekend week-end
weeklagen wail, lament
weekmaken soak
Weens Viennese
weergalmen echo
weergeven reproduce, render
weerleggen refute
weersomstandigheden weather
wegen weigh
weggelaten omitted
weglaten omit
weglokken entice, seduce
weglopen abscond
wegnemen deduct
wegrennen abscond
wegsmelten melt, thaw
wegsnijden amputate
wegvagen delete
weiden graze
weken soak
wekken wake, awaken, arouse
wel eens ever
weledelgeboren honorary
wellen weld
wellevend courteous, well-mannered, polite
welluidend euphonious
welriekend good-smelling
welsprekend eloquent
wemelen swarm
wenden endorse
Wenen Vienna
wenkbrauw brow, eyebrow
wens want
weren repulse
werken works, vary, ferment
werpen throw
wervelen swirl
westen west, West
Westfalen Westphalia
wetens deliberately
wetenschap science
wetenschappelijk scientific
wetenschapper scientist
weven weave
wezen creature, be, essence, gist
wezenlijk truly, genuinely, really
wiebelen waver
wieden weed
wiegen lull
wielrijden cycle
wiens? whose?
wijd en zijd everywhere
wijd openstaan gape, yawn
wijden bless
wijken disappear
wijzigen modify
winden wind
winnen win, earn
wippen overthrow
wisselen interchange, swap
wisselend variable
wissen wipe
witgloeiend incandescent
woedend furious
woekerrente usury
woelen spade
woensdag Wednesday
woestenij desert
wollen wool
wondteken scar
woordenboek dictionary
woordenschat vocabulary
worgen choke, strangle
worstelen wrestle, struggle, writhe, flounder
wortel schieten root
wraak nemen avenge
wraken disapprove, rebuke
wreken avenge
wriemelen swarm
wrijven rub
wuiven wave
wurgen choke, strangle
X-stralen X-rays
zagen saw
zaken doen negotiate
zakenman businessman, merchant
zedenkunde ethics, morals, ethic
zedenkundig ethical, moral
zedenleer ethic, ethics, morals
zedenmeester moralist
zeeëngte strait
zeer doen ache, hurt
zegen boon, blessing
zegenen bless
zegening blessing, boon
zegepralen triumph
zegevieren triumph
zeggen tell, say
zeilen sail
zelden seldom
zelfbesturend autonomous
zelfwerkend automatic
zendbrief epistle, letter
zendeling missionary
zending mission
zenit zenith
zenuw nerve
zenuw- nervous
zenuwachtig nervous
zestien sixteen
zestientallig hexadecimal
zetten mount, infuse, link, typeset
zeven sift, seven
zevende seventh
zeventien seventeen
zeventig seventy
zeveren salivate
zich aaneensluiten associate, pool
zich aansluiten join
zich aanstellen attitudinize, pose
zich abstineren abstain
zich aftobben flounder, struggle, writhe
zich bekommeren worry, care
zich eigen maken adopt
zich gedragen behave
zich herinneren recall, recollect, remember
zich indringen intrude
zich inspannen try
zich onderscheidend distinctive
zich onthouden abstain
zich ontwikkelen evolve
zich opdringen intrude
zich overgeven capitulate, surrender
zich vastklampen aan board
zich verbazen marvel, wonder
zich verbeelden imagine, fancy
zich vermetelen dare
zich verontschuldigen apologize
zich verpozen relax
zich verwonderen marvel, wonder
zich voordoen pose, attitudinize
zich wagen aan venture
zichzelf respecterend dignified
zichzelf verloochenen abnegate
ziekenauto ambulance
ziekenhuis hospital
ziften sift
zijgen filter
zijn beklag doen complain
zilveren silver
zingen sing
zinken sink
zinspelen hint, allude
zodoende consequently
zoenen kiss
zoetgeurend sweet-smelling
zogen suckle
zonder vrienden friendless
zondigen sin, transgress
zorgen care, worry
zorgen voor nurse, attend
zorgenstoel armchair, arm-chair
zouten pickle, salt
zuchten moan, sigh
zuigen suck
zuilengalerij portico
zuilengang porch, portico
zuipen drink
zulk een such
zullen shall
zwaaien brandish, fling, wave, sway
zwaartillendheid pessimism
Zwaben Swabia
zwanger raken conceive
Zweden Sweden
zweefmolen merry-go-round, carrousel, carousel
zweefvliegen glide
zwemmen swim
zwendelen defraud, swindle
zwervend nomadic
zweten sweat
zweven hover
zwiepen sway
zwieren sway
zwijgend silently, silent
zwijmeldronken ecstatic
other dutch words that include "been" : english :
been bone, paw, leg
bovenbeen thigh
gebeente skeleton
onderbeen paw
spaakbeen radius
other dutch words that include "klagen" : english :
aanklagen accuse
beklagenswaardig poor, pitiful
klagen complain
weeklagen wail, lament
Dutch as an Influencer
The English language has much to thank Dutch for. Dutch settlers came to the American colonies during the 17th century and added a few words to the vocabulary. Words like Santa Claus, waffle, blink, cookie, bazooka, gin, and iceberg wouldn’t exist without it.
Learning Dutch is Easier for English Speakers
Given the influence Dutch has had on English, it makes sense that Dutch is easier for speakers to learn. This is in part because Dutch, German, and English have similar roots. It’s between English and German. It only has two definite articles, “de” and “het” to English’s one “the” and German’s “der”, “die”, “das”. But Dutch words are more difficult to pronounce. The way words are pronounced indicates to a native speaker whether they’re talking to a second-language speaker.
Dutch is a Melting Pot of Languages
Just as English owes a lot to Dutch for contributing to its vocabulary, Dutch owes the same to other languages. It picked up words like jus d’orange (orange juice) and pantalon from French, mazzel (lucky) and tof (cool) from Hebrew and others. Dutch also incorporates texting and social media slang from English as well as street slang from places like Morocco, the Antilles, and Suriname.