The Dutch term "wij" matches the English term "we"

other dutch words that include "wij" : english :
aantonende wijs indicative
aanvoegende wijs subjunctive
aanwijsbaar apparent
aanwijzen indicate, suggest
aanwijzend voornaamwoord demonstrative
aanwijzing directions, instruction
afwijkend aberrant
afwijking aberration, aberrance, abnormality
afwijzen reject, refuse
afwijzing rejection, refusal
appelwijn cider
bereidingswijze procedure
bewijs token, demonstration
bewijzen prove
bezwijken succumb
bezwijmen swoon
bij wijze van like, as
brandewijn brandy
Brunswijk Brunswick, Braunschweig
de weg wijzen head, conduct, lead
dikwijls often, regularly, frequently
evenwijdig parallel
gewijd sacred, holy
hoofdonderwijzer headmaster
huisonderwijzeres governess
inwijding inauguration
kwijl saliva
kwijlen slobber, salivate
kwijnen wither
kwijstschelding absolution
kwijt lost
kwijtraken lose
legitimatiebewijs ID, I.D.
Marowijne Marowine
Moezelwijn moselle
mogelijkerwijs possibly, perhaps, maybe
muskaatwijn muscatel
niet-ingewijde layman
onderwijzen tutor, coach
onderwijzer instructor
onderwijzeres teacher
ongetwijfeld undoubtedly
ontwijden defile, profane
ontwijken evade, avoid
op de juiste wijze appropriately
plaatsbewijs ticket, note
rijbewijs driving-licence
Rijnwijn hock, Rhine-wine
rijstwijn sake, saké, saki
schrijfwijze orthography
Sleeswijk-Holstein Schleswig-Holstein
stadswijk quarter
steelsgewijs stealthily
stilzwijgend silent
terwijl while, during, for, whilst
twijfelachtig doubtful
twijfelen doubt
twijfelzuchtig skeptical
twijg twig
twijnen contort
uitwijken emigrate
verdwijnen disappear
verdwijning disappearance
vergelijkenderwijs comparatively
vertwijfelen despair
ververwijderd distant, far, remote
verwijderd away, far, remote, distant
verwijzing reference
wegwijzer signpost
wereldwijd worldwide
werkwijze procedure
wijd broad
wijd en zijd everywhere
wijd openstaan gape, yawn
wijden bless
wijdte width
wijfje female
wijk quarter, channel, canal
wijken disappear
wijn wine
wijnberg vine
wijngaard vineyard, vine
wijnmaand October
wijnstok grapevine
wijs fashion, melody, wise
wijsbegeerte philosophy
wijsgeer philosopher
wijsheid wisdom
wijsje melody
wijze manner, mode
wijzerplaat dial
wijzigen modify
zwijgend silently, silent
zwijmeldronken ecstatic
zwijn pig
Dutch as an Influencer
The English language has much to thank Dutch for. Dutch settlers came to the American colonies during the 17th century and added a few words to the vocabulary. Words like Santa Claus, waffle, blink, cookie, bazooka, gin, and iceberg wouldn’t exist without it.
Learning Dutch is Easier for English Speakers
Given the influence Dutch has had on English, it makes sense that Dutch is easier for speakers to learn. This is in part because Dutch, German, and English have similar roots. It’s between English and German. It only has two definite articles, “de” and “het” to English’s one “the” and German’s “der”, “die”, “das”. But Dutch words are more difficult to pronounce. The way words are pronounced indicates to a native speaker whether they’re talking to a second-language speaker.
Dutch is a Melting Pot of Languages
Just as English owes a lot to Dutch for contributing to its vocabulary, Dutch owes the same to other languages. It picked up words like jus d’orange (orange juice) and pantalon from French, mazzel (lucky) and tof (cool) from Hebrew and others. Dutch also incorporates texting and social media slang from English as well as street slang from places like Morocco, the Antilles, and Suriname.