The Dutch term "ui" matches the English term "witticism, onion"

other dutch words that include "ui" : english :
aalduiker grebe
aalfuik eel-trap
aalmoezeniershuis workhouse, almshouse
aanduiden suggest, indicate
aanfluiting mockery
aansluiten associate, pool
aansluiting junction, joining
aardverschuiving landslide
abuis error, mistake
achteruit backwards, aback
achteruitgaan recede
acquisitie asset, acquisition
adhesie betuigen clap
afdruipen drain
afdruiprek drainer
affuit gun-carriage, carriage
afkluiven pick
afluisteren monitor, eavesdrop
afsluiten terminate, obstruct, bar
afsluiting barrier, dam, fence
ajuin onion
annuïteit instalment, repayment
armhuis workhouse, almshouse
badhuis bathroom
badkuip bath
bedehuis kirk
beduiden foretell, forecast, signify, clarify, prophesy
beluisteren listen
beschuit bicuit
besluit decision
besluiteloos indecisive
besluiten decide, induce, infer
bestaan uit consist
betuigen certify, assure
betuiging expression
biscuit biscuit
bloedgetuige martyr
bloedzuiger leech
bouillon bouillon
broodkruimel crumb
bruid fiancée, bride
bruidegom groom, fiancé, bridegroom
bruidsschat dowry
bruiloft wedding-party, wedding
bruiloftsfeest wedding-party, wedding
bruin brown
bruinharig brunette
bruinogig browneyed
bruisen foam
bui caprice, whim
buigbaar flexible
buigen tilt, bend, curtsy, stoop
buiging obeisance
buigzaam flexible
buik belly, tummy
buikloop diarrhoea
buis jacket
buit gain, booty, asset, accession
buit maken obtain, acquire, attain, get
buiten outside, villa, out
buiten- outer, peripheral, external
buiten adem breathless
buiten de waard rekenen miscalculate
buiten kennis unconscious
buitengewoon formidable, extraordinary, exceedingly
buitenkansje luck
buitenkant outskirts, periphery, exterior
buitenlander foreigner
buitenlands foreign, strange
buitennissig high-flown, extravagant
buitensporig inordinate, excessive, excessively, extravagant
buitenverblijf villa
buitenwaarts outward
Buitenzorg Bogor, Buitenzorg
buitmaken plunder, rob
buskruit gunpowder
circuit circuit
daarbuiten out
dank betuigen thank
dierentuin zoo
doorbuigen bend
doorkruisen hinder
drietenige luiaard ai
druif grape
druilen nap, slumber
druilerig drowsy
druipen drip
druiprek drainer
duidelijk apparently, clearly, net, obviously, neat, evident
duidelijk maken clarify
duiden interpret
duif dove, pigeon
duiken dive, plunge
duiker diver
duikerklok diving-bell
duim thumb
duim als lengtemaat inch
Duinkerken Dunkirk
duister indistinct, murk, darkness
duisternis darkness, murk
Duits German
Duitse Democratische Republiek GDR
Duitsgezind pro-German
Duitsland Germany
duivel demon, devil
duivelachtig diabolical, devilish
duivels infernal, diabolical, devilish
duivelskunstenaar sorcerer, wizard, enchanter, warlock
duizelig dizzy
duizeligheid dizziness, vertigo
duizeling dizziness, vertigo
duizelingwekkend dizzying
duizend thousand
duizendjarig tijdperk millenium
duizendpoot centipede
een buiging maken curtsy
eerbetuiging accolade
eethuis restaurant
equipe team
equivalent equivalent
er uitzien look
eruit outward
etterbuil abscess
etui container, vessel
feuilleton serial
fluistering whisper
fluit flute
fluiten whistle, hiss
fortuin fortune
fortuinlijkheid fortune
fruiten fry
gasthuis hospital
gebruik way, custom, mores
gebruikelijk accustomed, wonted, customary, usual
gebruiken feed, eat
gebruiker user, consumer
gebruikt used
gefluister whisper
gehuicheld hypocritical
geldbuidel purse
gelui tolling
geluidloos noiseless
geluidsleer acoustics
geluidssterkte volume
gemeentehuis town-hall, townhall
geruim considerable, sizable
geruisloos noiseless
geruit chequered, checked
gespuis rabble, riff-raff
getuige witness
getuigen testify, attest
getuigen van exhale
getuigenis testimony
goedgeluimd merry, gay
goeduitziend good-looking
grapefruit grapefruit
gruis grit, gravel
gruiswal moraine
gruizelen crumble
Guinea Guinea
Guinees biggetje guinea-pig
guirlande wreath, garland
guitig jocular, playful
handelshuis company
herenhuis mansion
het uiterlijk hebben van look
het veld ruimen relinquish, cede, yield
huichelaar hypocrite
huichelachtig hypocritical
huichelen dissemble
huid skin, hide
huif tent
huik cowl
huilen weep, howl
huis family, house
huis- domesticated, house
huiselijk homy
huisgezin family
huishoudster housekeeper
huisje stand, cottage
huisjesslak snail
huiskamer living-room, sitting-room
huisonderwijzeres governess
huisraad furniture
huisschilder painter
huisvrouw housewife
huiswaarts home
huiveren tremble, quiver, shiver
huizen live, dwell
huurrijtuig cab
in elkaar duiken cower, crouch, squat
in het buitenland abroad
incluis including, inclusively
injectiespuit syringe
inruilen swap, interchange
insluiten stow, surround, imply
inspuiten inject
inspuiting injection
juist striking, correct, precise, true
kerkgebruik rite
klokgelui tolling
kluit chunk, clod, lump
kluizenaar hermit
knuist fist
koffiehuis café
kornuit pal, buddy, comrade, companion
kruid drug
kruiden season, flavor, spice
kruidenier grocer
kruik jug, pitcher
kruimel crumb
kruipen creep, crawl
kruis loin, fork
kruisband wrapper
kruisbeeld crucifix
kruisbes gooseberry
kruiselings crossways, crosswise
kruisen crucify, cruise, cross
kruisen (van schip) cruise
kruisigen crucify
kruit gunpowder
kruiwagen wheelbarrow
kruizemunt mint
kuif tuft, hooter
kuifje tuft
kuiken chick
kuil pit, hole, ditch, pole
kuilen bury
Kuinder Tjonger, Kuinder
kuip vat, tub
kuis chaste
kuisheid cleanliness, purity
kuit spawn
lachbui laughter
landhuis villa
linguïst linguist
liquide available
liquideren liquidate
longkruid pulmonaria, lungwort
luchtledige ruimte vacuum
lui people, lazy, slothful
luiaard sloth
luid loud, loudly
luidruchtig noisy
luierbroekje pilch
luifel shed, penthouse
luiheid laziness
luik skylight
Luik Liège
luik shutter, porthole
luipaard panther, leopard
luis louse
luister pomp, splender
luisteraar listener
luisteren listen
luisterrijk resplendant
luit lute
luitenant lieutenant
luizig insignificant, trifling
muil jaws, mouth, mule, maw, muzzle
muildierdrijver muleteer
muilezel hinny
muiltje mule
muis mouse
muisstil noiseless
muiten revolt
muiter rebel, mutineer
muiterij rebellion, mutiny
muizengif rat-poison
muizenissen worries
muizeval mousetrap, mouse-trap
naar buiten outward
naar buiten brengen bear, suffer
naar buiten roepen evoke
naar huis home
nachtduivel incubus, nightmare
nachtuil screech-owl
nauwsluitend tight
neerdruipen drain
neiging tot uitstellen procrastination
nieskruid hellebore
olifantssnuit proboscis
ombuigen bend
omsluieren veil
omsluiten enclose
onbeduidend insignificant, meaningless, trifling
onbruikbaar good-for-nothing, useless
onder tafel schuiven ignore
onderbuik- abdominal
onduidelijk cloudy, indistinct
ongebruikelijk unusual
onjuist erroneous, incorrect, wrong, mistaken
onstuimigheid impetus
ontluiken sprout
ontruimen evacuate
ontsluiten unlock
ontspruiten sprout
ontstekingsbuis plug
onuitsprekelijk inexpressibly
op de juiste wijze appropriately
opduikelen excavate, grub
opruien agitate, incite, abet
opruiend inflammatory
opsluiten imprison
optuigen rig
opzuigen suck
overtuigen convince, persuade
overtuiging conviction, belief
pakhuis warehouse
palingfuik eel-trap
patrouilleren patrol
platboomde schuit barge
plavuis tile
pluim feather
politiepatrouille squad
portefeuille wallet
pruik hairpiece, wig
pruim plum
Pruisen Prussia
Pruisisch Prussian
pui façade, facade
puin rubble, debris, rubbish
puistje pimple
quitte paid-up
raadhuis town-hall, townhall
ritssluiting zipper
ronduit frankly, openly
rozestruik rose-bush
ruig shaggy, hairy
ruigharig shaggy, hairy, untidy, bristly
ruiker bouquet
ruilen swap, interchange
ruim spacious, vast, wide
ruimheid width
ruimschoots abundantly
ruimte room, spot, location, space
ruimtevaarder spaceman, astronaut
ruimtevrees agoraphobia
ruïneren ruin
ruisen rustle, swish
ruit rhombus, window-glass
ruiterij cavalry
rusthuis resting-place
schavuit crook, rogue
schuieren brush
schuif valve
schuiflade drawer
schuiftrompet trombone
schuilnaam pseudonym
schuimachtig effervescent, sparkling
schuimen foam
schuimend sparkling, effervescent
schuin slanting, obscene, oblique, sloping
schuit boat
schuiven shove
slaaprijtuig sleeping-car
slachthuis slaughterhouse, abattoir
sluieren veil
sluikhandelaar smuggler
sluiks stealthily
sluimeren slumber, nap
sluipen steal
sluiten shut, close
sluitzegel sticker
smeuïg vivacious
snuit proboscis
snuiter chap, guy
speeltuig toy
spruiten bud
spruitjes Brussels-sprouts
spuien ventilate
spuit nozzle
spuiten squirt
spuitje injection
stadhuis townhall
steengruis gravel, grit
steenuil screech-owl
straatschuimer ruffian, apache, hood
struif omelet, omelette
struik bush, shrub
struikelen stumble
struikgewas shrubbery
struikrover bandit
struis ostrich
struisvogel ostrich
stuip convulsion
stuiptrekking convulsion
stuitend abhorrant, nauseous, disgusting
stuiven gush, spurt
stuiver penny
suiker sugar
suikerpalm sugar-palm
suikerpot sugar-bowl, sugarbowl
suikerriet sugar-cane
suikerziekte diabetes
tamme duif pigeon, dove
tersluiks stealthily
toejuichen applaud, acclaim
toejuiching acclamation, approval
treksluiting zipper
tuigen rig
tuil bouquet
tuin garden
tuinbed bed
tuinboon bean
tuinhuis pavilion
tuinier gardener
tuinieren gardening
tuinman gardener
tuit beak, bill
tussenruimte interval
uier udder
uil night-moth, owl, moth
uiltje moth, night-moth
uit de mode old-fashioned
uit de weg gaan avoid, evade
uit elkaar houden differentiate
uit het hoofd leren memorize
uit vrije wil voluntarily
uitademen exhale
uitbannen exile
uitbarsting explosion
uitbazuinen herald
uitbeelden represent, depict
uitbetalen pay
uitblussen extinguish
uitbotten bud
uitbouwen enlarge, augment
uitbouwing enlargement
uitbreiden enlarge, augment
uitbrengen utter
uitbuiten utilize, exploit
uitbundig enthusiastic, abundant
uitdagen challenge, defy
uitdampen evaporate
uitdelen deal, distribute
uitdenken invent
uitdoen extinguish
uitdrijven expel
uitdrukken express
uiteendrijven disperse
uiteenjagen disperse
uiteenlopen differ
uiteenlopend different
uiteenvallen collapse
uiteenzetten explain
uiteinde end, ending
uiteindelijk final
uiteraard naturally
uiterlijk outer, out, external
uiterst enormously, extreme
uiterste deel end
uiterste wil testament, will
uitgaaf expenses, edition
uitgaan expire
uitgang ending, exit
uitgave edition
uitgebreid ample, extensive, bulky, comprehensively
uitgelezen elected
uitgeput exhausted
uitgesloten impossible
uitgesproken distinct
uitgeven issue, publish
uitgeverij publisher
uitgewekene refugee
uitglijden skid, slip
uithakken sculpture, carve
uithangbord shield, sign-board
uitheems foreign, exotic
uitholling cavity
uithouwen sculpture, carve
uitkammen comb, rake
uitkiezen elect, choose
uitkijken naar seek
uitkomen sprout
uitladen unload
uitlaten overlook, release
uitleggen clarify, lengthen, interpret
uitlegging interpretation
uitlenen lend
uitlezen elect, choose
uitlisten list
uitloven propose, promise
uitluchten ventilate
uitmaken decide, constitute
uitmaken voor call
uitmelken utilize, exploit
uitnodigen invite
uitnodiging invitation
uitpakken unpack
uitreiken procure
uitreiking distribution
uitroeien exterminate
uitroepen despairingly
uitrollen unroll
uitrusten equip
uitrusting equipment
uitschakelen eliminate
uitscheiden secrete
uitschrijven write, convoke, organize, launch
uitsluiten exclude
uitsluitend exclusively, exclusive
uitspanning tavern
uitspatting debauchery, dissipation
uitspelen throw
uitspraak statement, pronunciation, decision, verdict
uitspreken pronounce
uitspuiten squirt
uitstapje excursion, outing
uitstekend eminent
uitstellen postpone, procrastinate
uitstippelen sketch
uitstralen emit, radiate
uitstrooien disseminate
uittarten defy, challenge
uittocht departure
uittreden quit
uittrekken emigrate, earmark, ordain, destine
uitvaardigen promulgate, proclaim
uitvallen renounce, malfunction
uitvegen delete
uitverkocht exhausted
uitverkoren favourite, favorite
uitvinder inventor
uitvinding invention
uitvoeren introduce, equip, export, play
uitvoering version
uitwasemen fume
uitwassen wash
uitweg exit
uitwendig outer, external
uitwijken emigrate
uitwissen delete, obliterate
uitwrijven rub
uitzaaien sow, disseminate
uitzenden broadcast
uitzetting expansion
uitzicht view
uitzien naar seek
uitzonderen except
uitzondering exception
uitzonderlijk exceptional
van buiten leren memorize
vensterruit pane
verbruiken consume
verbruiker consumer
verbruiksbelasting excise-duty, excise
verbuigen contort
verschuiving shift
verspuiten gush, spurt
verstuiken dislocate
vies ruiken reek, smell, stink
viskuit spawn
vleermuis bat
vliegtuig airplane, aeroplane, aircraft, plane, air-plane
vliegtuigkaper skyjacker
voertuig vehicle
voorpui facade, façade
vooruit foreward
vooruitgang progress
vrouw des huizes housewife
vuil soiled, filthy, foul, dirty, unclean
vuist fist
wandluis bug, bedbug
warenhuis warehouse
welluidend euphonious
wereldruim room, space
werktuig tool, instrument, means
werktuigkunde mechanics
werktuigkundige mechanic
werktuiglijk automatic, mechanical
wuiven wave
zeeschuimer pirate
zeilvliegtuig glider, sailplane
zich aaneensluiten associate, pool
zich aansluiten join
ziekenhuis hospital
zolderschuit barge
zomerhuis summer-house, summerhouse
zomerhuisje summer-house, summerhouse
Zuid-Slavië Yugoslavia
Zuidafrikaans Afrikaans
zuidelijk southern, south
Zuidelijke IJszee Antarctic
zuigen suck
zuiger piston
zuilengalerij portico
zuilengang porch, portico
zuipen drink
zuiplap boozer, alcoholic
zuivelfabriek dairy
zweefvliegtuig glider, sailplane
Dutch as an Influencer
The English language has much to thank Dutch for. Dutch settlers came to the American colonies during the 17th century and added a few words to the vocabulary. Words like Santa Claus, waffle, blink, cookie, bazooka, gin, and iceberg wouldn’t exist without it.
Learning Dutch is Easier for English Speakers
Given the influence Dutch has had on English, it makes sense that Dutch is easier for speakers to learn. This is in part because Dutch, German, and English have similar roots. It’s between English and German. It only has two definite articles, “de” and “het” to English’s one “the” and German’s “der”, “die”, “das”. But Dutch words are more difficult to pronounce. The way words are pronounced indicates to a native speaker whether they’re talking to a second-language speaker.
Dutch is a Melting Pot of Languages
Just as English owes a lot to Dutch for contributing to its vocabulary, Dutch owes the same to other languages. It picked up words like jus d’orange (orange juice) and pantalon from French, mazzel (lucky) and tof (cool) from Hebrew and others. Dutch also incorporates texting and social media slang from English as well as street slang from places like Morocco, the Antilles, and Suriname.