The Dutch term "met ingang van" matches the English term "from"

other dutch words that include "met" : english :
afgemeten stiff, formal, measured
afmeting measurement
barometer barometer
bekend zijn met know
belasten met entrust
besmettelijk infectious, contagious, catching
besmetten infect
besmetting infection
centimeter centimeter, centimetre
contact hebben met contact
Demeter Demeter
diameter diameter
driehoeksmeting trigonometry
drukmeter barometer
geladen met carrying
geometrie geometry
in tegenspraak zijn met contradict
kilometer kilometer, kilometre
lemmet blade
met on, through, against, with
met aandacht attentively
met de klok mee clockwise
met een band omgeven tape
met geen mogelijkheid impossibly
met gemak easily
met geweld violently
met goed gevolg successfully
met gom bestrijken erase
met lucht gevuld overhead, overground
met nadruk zeggen emphasize
met nieuwsgierigheid inquisitively
met opzet deliberately
met overgave selflessly, devotedly
met pensioen gaan retire
met spoed urgently
metaaldraad wire
metaalmengsel alloy
metafoor metaphor
metalen metal, metallic
metamorfose metamorphosis
meten compute, measure
meteoriet meteorite
meteorologie meteorology
meter meter, metre
metgezel accompanist, companian
methode method
methodisch methodical
methodistisch Methodist
Methusalem Methuselah
metriek metric
metro subway, underground
metropoliet archbishop
metropolis metropolis
metropool metropolis
metrum metre, meter
metselaar mason
metselkalk morter
metselwerk masonry
metterdaad indeed, actually
millimeter millimeter, millimetre
omgaan met manipulate
ontsmetten disinfect
parameter parameter
Prometheus Prometheus
samen met with
smet smirch, blot
smetten stain
symmetrie symmetry
symmetrisch symmetric
telemetrie telemetry
thermometer thermometer
trigonometrie trigonometry
vierkante decameter are
vrijmetselaar Mason, freemason
vrijmetselaars- masonic
warmtemeter thermometer
zich vermetelen dare
other dutch words that include "ingang" : english :
ingang entrance, portal
other dutch words that include "van" : english :
aan de overkant van across, opposite
aanbreken van de dag daybreak
aanhanger van een rechtse parti right-hander
aanvang beginning, commencement
aanvangen commence, begin
afstand doen van renounce
bevangen shy, abashed, self-conscious
bewoner van een land compatriot
bij wijze van like, as
daar, vandaan thence
daarvan thence
divan divan, couch
eed van trouw homage
een afschuw hebben van abominate, loathe, abhor
een backup maken van backup
evangelie gospel
evangelisch evangelic
genieten van enjoy, rejoice
gespeend van without
getuigen van exhale
gevangen zetten imprison
gevangene prisoner
gevangenis gaol, jail, prison
gewag maken van mention
gezond van lijf en leden able-bodied
haan van een vuurwapen trigger
hartsvanger cutlass
Havanna Havana
het gevolg zijn van come, originate, result
het uiterlijk hebben van look
hiervandaan hence
houden van love
in de plaats stellen van substitute, replace
in het midden van amidst
in plaats daarvan instead
in weerwil van despite, notwithstanding, defiantly
inwoner van Chicago Chicagoan, Chicagan
jurisdictie van een abt abbacy
kruisen (van schip) cruise
Levant Levant
Levantijns Levantine
lid van een geleerd genootschap academician
omvang extend, dimension, bulk, size
omvangrijk bulky, extensive, ample
ontbloot van without
ontvanger recipient, consignee
ontvangkamer reception-room
ontvangst income
ontvankelijk impressable, impressible, sensitive
ontvankelijkheid susceptibility
Openbaring van Johannes Apocalypse
plaatsvervangend deputy
relevantie relevance
stand van zaken situation, circumstances
tegenstander van slavernij abolitionist
ten noorden van above
Transsylvanië Transylvania
van surname
van Atlantis Atlantean
van boord gaan disembark
van buiten leren memorize
van een delirium delirious
van klei earthen, clay, stone
van mening zijn opine, think
van middelbare leeftijd middle-aged
van nature naturally
van oorsprong originally
van Parijs Parisian
van plastic plastic
van stapel lopen go
van voren af aan anew, again
van zijn stuk brengen confuse
vanaf from, since
vandaag today, to-day
vandaal vandal
vandaar thence
vandehands right, righthand
vandoor away
vaneenscheuren tear
vanhier hence
vanille vanilla
vannacht tonight
vanzelf itself, herself, self, himself
vanzelfsprekend self-evident
Verenigde Staten van Amerika USA
vervanging replacement, substitution
waard om van te houden likable
waarvan whose
Dutch as an Influencer
The English language has much to thank Dutch for. Dutch settlers came to the American colonies during the 17th century and added a few words to the vocabulary. Words like Santa Claus, waffle, blink, cookie, bazooka, gin, and iceberg wouldn’t exist without it.
Learning Dutch is Easier for English Speakers
Given the influence Dutch has had on English, it makes sense that Dutch is easier for speakers to learn. This is in part because Dutch, German, and English have similar roots. It’s between English and German. It only has two definite articles, “de” and “het” to English’s one “the” and German’s “der”, “die”, “das”. But Dutch words are more difficult to pronounce. The way words are pronounced indicates to a native speaker whether they’re talking to a second-language speaker.
Dutch is a Melting Pot of Languages
Just as English owes a lot to Dutch for contributing to its vocabulary, Dutch owes the same to other languages. It picked up words like jus d’orange (orange juice) and pantalon from French, mazzel (lucky) and tof (cool) from Hebrew and others. Dutch also incorporates texting and social media slang from English as well as street slang from places like Morocco, the Antilles, and Suriname.