The Dutch term "ma" matches the English term "mam, mom, mammy, mommy"

other dutch words that include "ma" : english :
aan elkaar vastmaken connect
aanmaak manifacture, making
aanmaken fabricate, do, manufacture, prepare, kindle, light
aanmanen dun, scold, admonish
aanmaning exhortation
aanmatigend arrogant
aanmatiging assumingness, arrogance, overbearingness, pretence
aanspraak maken op presume, claim
aardmannetje goblin, gnome, brownie, imp
abnormaal abnormal
abnormaliteit abnormality
acclamatie acclamation, approval
acclimatiseren acclimate, acclimatize
acclimatisering acclimatization
adresseermachine addressograph, addressing-machine
afleidingsmanoeuvre diversion
afmaken terminate
afmatten fatigue, override, jade, overdrive
allemaal everything
allemachtig extremely
alleman each, every, everyone
almachtig almighty
amandel almond
amandelogig almond-eyed
amaryllis amaryllis
amateur amateur, dilettante, dabbler, fancier
Amazone Amazon
Amman Amman
anders maken turn, alter, change
aroma flavour, aroma
aromatisch nutty, aromatic, fragrant
astma asthma
astmatisch asthmatic, wheezy
atomair atomic
automaat automoton
automatisch automatic
avondmaal supper
axioma axiom
Bahama Eilanden Bahamas
Bahamaans Bahamian
Bahamas Bahamas
barman bartender, barman
bekendmaken advise, notify, counsel
bemachtigen grab, seize, grasp, clutch, grip
bemanning crew
bemantelen mask
beschaamd maken abash
beter maken remedy, heal
bewindsman minister
bij acclamatie benoemen acclaim, applaud
Birma Burma
Birmaans Burmese
bitmap bitmap
blind maken dazzle
bloeimaand May
bokkesprongen maken caper
Bosjesman Bushman
bovenmatig extreme
buit maken obtain, acquire, attain, get
buitmaken plunder, rob
buurman neighbor, neighbour
charmant charming
Chimaera Chimera
cinema cinema
commandant commander
commanderen order, command
commandobrug bridge
crematie cremation
Dalmatië Dalmatia
Dalmatiër Dalmatian
Damascus Damascus
dekmantel pretext
Denemarken Denmark
derde macht cube
dharma dharma
diamant diamond
dichtmaken close, shut, clog
dilemma dilemma
diploma diploma
diplomaat diplomat
doelmatig opportune, convenient, handy
dogma dogma
doodmaken slay, kill
doormaken survive
drama drama
duidelijk maken clarify
duim als lengtemaat inch
edelman nobleman
een backup maken backup
een backup maken van backup
een buiging maken curtsy
een fout maken err
een geintje maken kid
een glijvlucht maken glide
een lijst maken list
een nest maken nest
eenmaal ever
eigenmachtig arbitrary
einddiploma leaving-certificate
emailleren enamel
Engelsman Englishman, Sassenach
farmaceut chemist
farmacie pharmacy
feestmaal feast, banquet
firma company
flegma phlegm, indifference
Fransman Frenchman
gelijkmatig regular, equal
gemaakt artificial
gemaal husband
gemak comfort
gemakkelijk facile, handy, convenient, comfortable, opportune
gemalin wife
gematigd moderate, reasonable
gentleman gentleman
Germaan Teuton
Germaans Teutonic, Germanic
geruchtmakend sensational
gewag maken van mention
goedmaken compensate
grammatica grammar
grasmaand April
grasmat lawn
Guatemala Guatemala
Guatemalteeks Guatemalan
haast maken hurry, rush
handelsfirma company
helemaal wholly
herfstmaand September
het hof maken court, woo
het maken fare
hexadecimaal hexadecimal
Himalaya Himalayas
hooimaand July
hopman captain
horlogemaker watchmaker
humaan humane
humanist humanist
iemands someones
in optima forma perfect
in toenemende mate increasingly
Indogermaans Indo-Germanic
indruk maken op impress
informatie information
informatiebureau inquiry-office
ingewikkeld maken complicate
inmaken preserve, pickle
jacht maken op hunt
Jamaica Jamaica
janmaat sailor
karma karma
kazemat shelter, bunker
kenbaar maken reveal
kleinmaken abase
klepperman watchman
kleren maken tailor
klimaat climate
klimaats- climatic
klimaatzone zone
klokkenmaker watchmaker
komaan now
komaf lineage
komma comma
koopman businessman, merchant
koopmanschap commerce
kunstenmaker acrobat
kunstmatig artistic
landman peasant, countryman
lebmaag rennet-stomach
leenman vassal
legermacht army
legitimatie ID, I.D.
legitimatiebewijs ID, I.D.
lentemaand March
lidmaat limb, member
lidmaatschap membership
losmaken untie, unlash
louwmaand January
maag stomach
maagbrand heartburn
Maagd Virgo
maagdelijk virginal, virgin
maagzuur heartburn
maaien cut, mow
maal occasion, time
maan moon
maan- lunar, moon
maanbrief dunning-letter
maand month
maand- monthly
maandag Monday
maandelijks monthly
maar but, only, however, solely
maart March
Maas Meuse
maas mesh, loop
Maasstad Rotterdam
Maastricht Maastricht, Maestricht
maat pal, companion, comrade, buddy, tact
maatregel arrangement
maatschappelijk social
maatschappijleer sociology
Macao Macao
macaroni macaroni
Macau Macau
Macedonië Macedonia
Macedonisch Macedonian
mach mach
Machiavelli Machiavelli
machinatie plot
machine machine
machinerieën machinery
macht power
machtig powerful
machtigen authorize
machtiging authorization
Madagascar Madagascar
Madagaskisch Madagascan
Madeira Madeira
madeliefje daisy
Madonna Madonna
Madrid Madrid
maëstro maestro
maffen sleep
magazijn warehouse
Magdalena Magdalena
Magdalenien Magdalenian
mager slender, skimpy, skinny, meager, thin
magie magic
magisch magical
magneet magnet
magnetisch magnetic
magnetiseren magnetize
magnetisme magnetism
magnetofoon tape-recorder
Magog Magog
Magyaar Magyar
mais mealies, maize
maïs maize, mealies
majesteit excellency
majestueus majestic
majoor major
Majorca Majorca, Mallorca
make-up make-up
makelaar broker
maken develop, cause, make, do, fabricate, manufacture
Makkabeeën Maccabees
makkelijk facile, easy
makker pal, comrade, companion, buddy
makreel mackerel
mal ridiculous
Malakka Malacca
malaria malaria
Malawi Nyasaland, Malawi
Malawisch Malawian
Malediven Maldives
Maledivisch Maldivian
Maleis Malay
Maleisië Malaysia
Maleisisch Malaysian
malen pulverize
Mali Mali
Malinees Malian
Malisch Malian
malloot fool
malsheid softness, mellowness
Malta Malta
Maltezer Maltese
mam mammy, mom, mam, teat, mommy
mamma mom, mam, mommy, mammy
mammie mam, mommy, mom, mammy
Mammon Mammon
man husband, spouse
manchet cuff
mand basket
mandaat authorization, mandate
mandarijn (vrucht) tangerine
manen dun, admonish, scold
manga mango
mangaboom mango-tree
mangel absence
mangelwortel beet
mangisboom mangosteen
mango mango
mangoboom mango-tree
mangoest mongoose
manicuren manicure
manier mode, manner
manifesteren show, manifest
Manilla Manila
maniok cassave
manipuleren manipulate
mank lame
mank lopen limp
manmoedigheid virility
mannelijk male, masculine
mannelijkheid virility
mannenklooster monastery
mannetjeshert stag
manoeuvreren maneuver, manoeuvre, manœuvre
mantel mantle, cloak
mantelkap cowl
Mantsjoerije Manchuria
Mantsjoerijns Manchurian
manuscript manuscript
Maori Maori
Maori-taal Maori
map folder
marchanderen haggle, bargain
marcheren march, walk
mare repute, fame, rumour, hearsay, rumor
maretak mistletoe
margarine margarine
marge margin
margriet marguerite
Maria Mary
Maria-Boodschap Annunciation
Maria-Hemelvaart Assumption
Maria-Lichtmis Candlemas
marine navy
marionet puppet, marionette
markt marketplace, fair, market, bazaar
marktplaats fair, marketplace, bazaar, market
marktplein fair, market, bazaar, marketplace
marmelade marmelade, jam
marmeren vein
Marokkaans Moroccan
Marokko Morocco
Marowijne Marowine
Mars Mars
Marsbewoner Martian
martelaar martyr
martelen torture, torment
marter weasel
Martiaan Martian
maskeren mask
maskering masquerade
massa mass, multitude, pile, crowd
masseren massage
massief massive
mast mast
mat tired, frosted, mat
mat- frosted
match contest
mate degree, grade
materiaal data
materialiseren materialise, materialize
materieel material, data
mathematica mathematics
mathematicus mathematician
mathematisch mathematical
matig abstemious, reasonable, moderate, temperate
matigheid moderation
matras mattress
matrijs matrix
matrix matrix
matse matzo
Matterhorn Matterhorn
Mauretanië Mauritania
Mauretaniër Moor, Mauritanian
Mauretanisch Mauretanian, Moorish, Moresque
Mauritius Mauritius
maximaal maximum
maximum- maximum
Maya Maya
mazelen measles
mazzel luck
meemaken participate
meermaals repeatedly
melodrama melodrama
melodramatisch melodramatic
menigmaal often, regularly, frequently
met gemak easily
middagmaal dinner
minimaal minimum
mismaakt deformed
modemaakster milliner
myxomatose myxomatosis
naaimachine sewing-machine
naaimandje sewing-basket, work-basket
nagemaakt forged, faked
niemand no-one, nobody
niemands no-one's
nogmaals anew, again
nomade nomad
nomadisch nomadic
Noorman Northman, Norseman
normaal normal
Normandië Normandy
Normandisch Norman
numismatiek numismatics
oma granny, grandmother
Oman Oman
omarmen embrace
onderscheid maken differentiate
ongemak discomfort
onsmakelijk disgusting, abhorrant, nauseous
ontmannen castrate
ontmanteling demolition
onveilig maken infest
oogstmaand August
op de een of andere manier somehow
op smaak brengen season, flavor
op welke manier? how?
op zijn gemak quietly, leisurely, leasurely, slowly
openbaarmaking publication
openmaken open
opmaken edit, waste
oppermachtig sovereign, sovereign
Osmaans Ottoman
Panama Panama
papiermand paper-basket
pelgrimage pilgrimage
permanent continuously, continually, constantly
Pietermaritzburg Pietermaritzburg
plasma plasma
pneumatiek tyre
pornografisch materiaal pornography
primair primary
prisma prism
propaganda maken voor publicize
prullenmand paper-basket
pyjama pyjamas
ramadan Ramadan
recommandatie recommendation
recommanderen recommend
Reformatie Reformation
regelmatig symmetric, regular
regenmantel raincoat
rekenmachine calculator
Retoromaans Rhaeto-Romance, Romanche
reumatiek rheumatism
Romaans Romance, Romanesque
romance romance
romanschrijver novelist
romantiek romanticism
romantisch romantic
ruzie maken wrangle
Samaria Samaria
Samaritaans Samaritan
schaakmat mat
schelmachtig playful
schisma schism
schoenmaker shoemaker
schoonmaken cleanse, purge
schoorsteenmantel mantel, mantelpiece
schrijfmachine typewriter
schuimachtig effervescent, sparkling
semantiek semantics
slachtmaand November
slotenmaker locksmith
smaakloos tasteless
smachtend longing
smakelijk tasty
smakeloos tasteless
smaken taste
smakken smack
smal narrow
smaragd emerald
smart disappointment, annoyance, sorrow, grief
smartelijk painful
snippermand paper-basket
Somalië Somalia
Somaliland Somalia
Somalisch Somali, Somalian
somma sum
speelman musician
sperma sperm
spoed maken rush, hurry
sportman sportsman
sportsman sportsman
sprokkelmaand February
staatsman politician
standaardmaat standard, norm
Stiermarken Styria
stookmateriaal fuel
Sumatra Sumatra
summa sum
supermarkt supermarket
systematisch systematic
Tasmaans Tasmanian
Tasmanië Tasmania
ten enenmale absolutely
thema theme
theorema theorem
timmerman carpenter
tomaat tomato
tomatensoep tomato-soup
trillers maken trill
tuinman gardener
tweemaal twice
uitmaken decide, constitute
uitmaken voor call
ultimatum ultimatum
verdonkeremanen pilfer
vergemakkelijken facilitate
vermaak amusement, fun, pleasure
vermaan exhortation
vermakelijk funny, amusing, entertaining
vermalen pulverize
vermanen admonish, scold
versmaat metre, meter
Vestaalse maagd vestal
vliegmachine aeroplane, plane, aircraft, airplane, air-plane
vochtig maken dampen
voddenkoopman ragpicker
voddenman ragpicker
volmaaktheid perfection
volmacht mandate
volmachtigen authorize
voormalig ex
voortmaken rush, hurry
vuurmaker lighter
wakker maken arouse, awaken, wake
Waterman Aquarius
weekmaken soak
welgemanierd polite, courteous, well-mannered
Welshman Welshman
werkman labourer, workman, operative, laborer
wijnmaand October
wintermaand December
zakenman businessman, merchant
zeemacht navy
zeeman sailor
zich eigen maken adopt
zomermaand June
Dutch as an Influencer
The English language has much to thank Dutch for. Dutch settlers came to the American colonies during the 17th century and added a few words to the vocabulary. Words like Santa Claus, waffle, blink, cookie, bazooka, gin, and iceberg wouldn’t exist without it.
Learning Dutch is Easier for English Speakers
Given the influence Dutch has had on English, it makes sense that Dutch is easier for speakers to learn. This is in part because Dutch, German, and English have similar roots. It’s between English and German. It only has two definite articles, “de” and “het” to English’s one “the” and German’s “der”, “die”, “das”. But Dutch words are more difficult to pronounce. The way words are pronounced indicates to a native speaker whether they’re talking to a second-language speaker.
Dutch is a Melting Pot of Languages
Just as English owes a lot to Dutch for contributing to its vocabulary, Dutch owes the same to other languages. It picked up words like jus d’orange (orange juice) and pantalon from French, mazzel (lucky) and tof (cool) from Hebrew and others. Dutch also incorporates texting and social media slang from English as well as street slang from places like Morocco, the Antilles, and Suriname.