The Dutch term "lijk" matches the English term "cadaver, corpse"

other dutch words that include "lijk" : english :
aanbiddelijk adorable
aandoenlijk moving
aanhankelijk devoted, selfless
aanhankelijkheid attachement
aanlokkelijk enticing, tempting, attractive, alluring
aanmerkelijk considerable, sizable
aannemelijk acceptable, plausible
aanschouwelijk graphic
aansprakelijk responsible
aanstekelijk catching, contagious, infectious
aantrekkelijk pleasing, attractive
aantrekkelijkheid attractiveness, charm, attraction
aanzienlijk eminent, sizable, considerably, considerable
achterlijk retarded
achterlijkheid backwardness
adellijk stale
afgrijselijk awful, horrible, hideous, ghastly, abominable
afhankelijk dependent
afhankelijk zijn depend
afhankelijkheid dependence
afschuwelijk nasty, gruesome, abhorrent, alien, hideous, dreary
afstandelijk detached
afzonderlijk particular, separate, special, apart
ambtelijk official
bedenkelijk risky, hazardous
bedrieglijk false, contrived, misleading
begrijpelijk understandable
behaaglijk nice, enjoyable, lovely, pleasing, agreeable
behoorlijk proper, fitting, suitable, properly, decently
bekoorlijk charming, pleasing
belachelijk ludicrous, ridiculous
beminnelijk lovable, dainty, pretty
beminnelijkheid sweetness
besmettelijk infectious, contagious, catching
bestuurlijk administrative
betamelijk proper, fitting, becoming, decent, suitable
bevattelijk sagacious, intelligent, understandable
bevorderlijk useful
bijvoeglijk adjectival
bijvoeglijk naamwoord adjective
bijvoeglijke bepaling attribute
bijwoordelijk adverbial
billijk just, righteous
billijken approve
billijkheid justice, righteousness
bisschoppelijk episcopal
blijkbaar obviously, apparently
blijkens along
burgerlijk civilian, bourgeois, middleclass, non-military
daadwerkelijk actual, real
dadelijk instantly, immediately
dagelijks daily
deerlijk painful
degelijk honest, solid, above-board
degelijkheid virtue
dergelijke such
deugdelijk solid
deugdelijkheid virtue
dichterlijk poetic
dierlijk harsh, brute, animal
dodelijk dead, deadly
duidelijk apparently, clearly, net, obviously, neat, evident
duidelijk maken clarify
eerlijk gallant, brave, above-board, honest
eindelijk finally, ultimately
erbarmelijk poor, pitiful
erfelijkheid heredity
erkentelijk thankful
erkentelijkheid gratitude
fatsoenlijk fitting, suitable, decent, proper
feestelijk inhalen welcome
feitelijk factual, indeed
figuurlijk figurative
fortuinlijkheid fortune
gebeurlijk contingent, eventual
gebruikelijk accustomed, wonted, customary, usual
gedeeltelijk partial
gedrochtelijk monstrous
geestelijk ecclesiastic, mental, spiritual
geestelijke clergyman, priest
geldelijk financial
geleidelijk gradual, gradually
gelijk smooth, equal, even, equally
gelijk hebbend TRUE
gelijkelijk equally
gelijken resemble
gelijkenis resemblance, similarity
gelijkheid equality
gelijkmatig regular, equal
gelijksoortig similar, analogous
gelijktijdig simultaneous
gelijkwaardig equivalent
gemakkelijk facile, handy, convenient, comfortable, opportune
gemeenschappelijk common, collective
gemelijk fretful, morose, sullen
genoeglijk agreeable, enjoyable, pleasant, lovely, nice
geriefelijk comfortable
geslachtelijk generative, sexual
gevaarlijk dangerous
gevoeglijk appropriately
gewestelijk provincial, regional
gewoonlijk ordinarily, usually
goddelijk divine
grondwettelijk constitutional
hachelijk critical, dangerous
hachelijkheid danger
hartelijk hearty, cordial
hartstochtelijk passionate
hatelijk mischievous, malicious, vicious
hebbelijkheid habit, trick
heerlijk delightful, delicious
herhaaldelijk repeatedly
het uiterlijk hebben van look
heuglijk memorable
hinderlijk troublesome
hoffelijkheid politeness
hoofdelijk individual
hopelijk hopefully
huiselijk homy
huwelijk marriage, matrimony
huwelijksaanzoek proposal, offer
huwelijksgift dowry
huwelijksweken honeymoon
ijselijk abominable, dreadful, alien, terrible, gruesome
inschikkelijk manageable, tractable, accommodating
jaarlijks yearly, annual
jammerlijk miserable
kennelijk obvious, evident
kerkelijk ecclesiastic
kinderlijk childish
klaarblijkelijk obviously, apparently
koninklijk royal, regal
kostelijk great, delicious
kwalijk scarcely, hardly, barely, bad
landelijk rural
laten blijken show, manifest
lelijk ugly
letterlijk literal
lichamelijk physical
lichtelijk rather
liefelijk gentle, soft
lijken seem, resemble
lijken op resemble
lijkverbranding cremation
maagdelijk virginal, virgin
maandelijks monthly
maatschappelijk social
makkelijk facile, easy
mannelijk male, masculine
mannelijkheid virility
menselijk human, humane
met geen mogelijkheid impossibly
misselijk abhorrant, nauseous, disgusting
misselijkheid disgust, nausea
moeilijk difficult, inconvenient
moeilijkheid difficulty, trouble
mogelijk possible, perhaps, possibly, maybe
mogelijkerwijs possibly, perhaps, maybe
mogelijkheid possibility
nachtelijk nocturnal
nadrukkelijk emphatic
namelijk viz., namely
natuurlijk natural, naturally
nauwelijks barely, hardly, scarcely
noodzakelijkheid necessity
noordelijk northern
ogenblikkelijk immediate
olijk frolicsome, frolic
onaannemelijk incredible
onafhankelijk independant, autonomous
onbegrijpelijk inconceivable, unintelligible
onbeschrijflijk indescribably
onbeweeglijk motionless, fixed
ondoorgrondelijk abysmal, inconceivable, unintelligible
onduidelijk cloudy, indistinct
oneigenlijk figurative
ongebruikelijk unusual
ongelofelijk incredible
onherroepelijk definitive, definite
onmenselijk barbaric, inhuman
onmiddellijk immediately, instantly
onmogelijk impossibly, impossible
onnatuurlijkheid affectation
onontbeerlijk indispensable
onophoudelijk ceaselessly
onopzettelijk unintentional
onoverwinnelijk invincible
onsmakelijk disgusting, abhorrant, nauseous
ontvankelijk impressable, impressible, sensitive
ontvankelijkheid susceptibility
ontzaglijk colossal
onuitsprekelijk inexpressibly
onvergankelijkheid eternity
onzedelijk abandoned
oorspronkelijk original, originally
oostelijk Oriental, eastern
openlijk public
opmerkelijk noteworthy, remarkable
opvrolijken amuse
opzettelijk intentional
ordelijk tidy
overerfelijkheid heredity
overgankelijk transitive
overheerlijk delicious
persoonlijk personal
pijnlijk troublesome, painful
plaatselijk local
potsierlijk grotesque
recentelijk lately
redelijk rational
rijkelijk abundantly
schadelijk malign, harmful
schandelijk shameful
schappelijk lenient
schielijk swiftly, quickly
schriftelijk written
schriftelijk bevel writ
sierlijk graceful
sierlijkheid gracefulness, grace
slijk mud, slime
slijkbord mudguard
smakelijk tasty
smartelijk painful
soortelijk specific
soortgelijk similar
stedelijk urban
sterfelijk mortal
stoffelijk material
tamelijk fairly, relatively, sufficiently
tijdelijk temporarily, provisional, temporary
toegankelijk accessible
uiteindelijk final
uiterlijk outer, out, external
uitzonderlijk exceptional
veraanschouwelijken illustrate
verachtelijk abject
verachtelijkheid abjection
veranderlijk variable
verantwoordelijk responsible
verantwoordelijkheid responsibility
vergelijken compare
vergelijkenderwijs comparatively
vergelijking comparison
vergemakkelijken facilitate
verheerlijken praise, glorify, laud, commend
vermakelijk funny, amusing, entertaining
verraderlijk treacherous
verstandelijk intellectual
verstoffelijken materialize, materialise
vertrouwelijk confidential
vijandelijk hostile
vleselijk carnal
vorstelijk royal, regal
vriendelijk friendly, good-natured, pretty, kind, affable
vrolijk cheerful
vrouwelijk feminine
waarschijnlijk probably, probable, likely, plausible
wekelijks weekly
wel degelijk certainly
werkelijk real, actual, genuinely, truly, really, factual
werktuiglijk automatic, mechanical
westelijk western
wetenschappelijk scientific
wettelijk legal
wezenlijk truly, genuinely, really
woordelijk literal, word-for-word, verbatim
zedelijk moral
zedelijkheid morality
ziekelijke angst phobia
zindelijk pure, clean
zindelijkheid purity, cleanliness
zinnelijk sensuous, sensual
zuidelijk southern, south
Zuidelijke IJszee Antarctic
Dutch as an Influencer
The English language has much to thank Dutch for. Dutch settlers came to the American colonies during the 17th century and added a few words to the vocabulary. Words like Santa Claus, waffle, blink, cookie, bazooka, gin, and iceberg wouldn’t exist without it.
Learning Dutch is Easier for English Speakers
Given the influence Dutch has had on English, it makes sense that Dutch is easier for speakers to learn. This is in part because Dutch, German, and English have similar roots. It’s between English and German. It only has two definite articles, “de” and “het” to English’s one “the” and German’s “der”, “die”, “das”. But Dutch words are more difficult to pronounce. The way words are pronounced indicates to a native speaker whether they’re talking to a second-language speaker.
Dutch is a Melting Pot of Languages
Just as English owes a lot to Dutch for contributing to its vocabulary, Dutch owes the same to other languages. It picked up words like jus d’orange (orange juice) and pantalon from French, mazzel (lucky) and tof (cool) from Hebrew and others. Dutch also incorporates texting and social media slang from English as well as street slang from places like Morocco, the Antilles, and Suriname.