The Dutch term "ei" matches the English term "egg"

other dutch words that include "ei" : english :
aambei hemorrhoid, haemorrhoid
aambeien haemorhoids
aamborstigheid asthma
aan het einde behind
aangelegenheid matter, affair, business, case, concern
aanhankelijkheid attachement
aanleiding inducement, motive
aanreiken convey, hand
aantrekkelijkheid attractiveness, charm, attraction
aanwezigheid presence
aardbei strawberry
aardigheid entertainment
aardleiding grounding, earthing
abnormaliteit abnormality
absenteïsme absenteeism
absurditeit absurdity
achterachterkleinkind greatgrandchild
achterklein- greatgrand
achterkleinkind greatgrandson
achterkleinzoon greatgrandson
achterlijkheid backwardness
activiteit vigour
actualiteit topicality, topic
admiraliteit admirality
affiniteit affinity
afgeleid woord derivation
afhankelijkheid dependence
afleiden induce, extract, gather, infer, deduce, divert
afleiding distraction, derivation
afleidingsmanoeuvre diversion
afpoeieren rebuff
afreizen depart, leave
afscheiden divide, secrete
afscheiding separation, partition, secretion, breakaway
afscheids- goodbye
afwezigheid absence, shortage, shortcoming
akelei columbine
allebei both
alpenweide alp
als waarheid aannemen acknowledge, recognize
animositeit enmity
annuïteit instalment, repayment
arbeid job
arbeider workman, laborer, operative, labourer
arbeidsvermogen energy
artsenijbereidkunde pharmacy
atheïsme atheism
autoriteit authority, glamour, prestige, glamor
Azerbeidzjan Azerbaijan, Azerbaidzhan
Bahama Eilanden Bahamas
Bahrein Bahrein
Bahreins Bahraini
Bedoeïen Bedouin, Beduin
bedreigen threaten, menace
bedreiging threat
bedrijvigheid vigour
bedroefdheid sorrow, sadness
beëindigd over, finished, done
beëindigen terminate
befaamdheid repute, hearsay, fame, rumour, rumor
begaafdheid aptitude, talent
begeleiden accompany
begeleider accompanist, companian
begeleiding accompaniment, escort
beide both
Beier Bavarian
Beieren Bavaria
beieren peal
beige beige
beïnvloeden influence
Beiroet Beyrout, Beirut, Beyrouth
beitelen chisel
beitsen bite
bekendheid knowledge
bekwaamheid ability
beleefdheid politeness
beleid tact, politics
beminnelijkheid sweetness
benardheid perplexity, embarrassment, abashment
benauwdheid fear, anguish
bereiden prepare
bereidingswijze procedure
bereidvaardig obliging
bereidwillig obliging
bereiken reach, accomplish
berggeit chamois
Bermuda Eilanden Bermudas
beroemdheid glory, celebrity
bescheid paper
bescheiden modest, moderate, reasonable, discrete
bescheidenheid modesty
beschermheilige patron
bevloeien irrigate
bevoegdheid qualification, authorization
bijkomstigheid side-issue
bijzonderheid detail
billijkheid justice, righteousness
bitsheid tartness
bitterheid bitterness
blindheid blindness
bloedwei serum
bloei prosperity, success
bloeien prosper
bloeiend abloom
bloeimaand May
Bloemfontein Bloemfontein
boeien fetter, shackle
boeiend fascinating, absorbing
boetvaardigheid repentance
boosheid anger
breidel restraints
breien knit
brein brain
breisteek mesh, loop
broeinest firebox
Brunei Brunei
Bruneis Bruneian
brutaliteit impertinence
Cassiopeia Cassiopeia
ceintuur belt, girdle
cichorei chicory
cruzeiro cruzeiro
D-trein corridor-train
dankbaarheid gratitude
dapperheid courage
degelijkheid virtue
delicaatheid tenderness
deugdelijkheid virtue
dienstmeisje servant, maid
doffe onverschilligheid lethargy
dofheid apathy
dolheid rabies
dophei heather
dopheide heather
dorheid dryness
dreigement threat
dreigen threaten, menace
dreiging threat
Drieëenheid Trinity
droefheid sorrow
droefheit affliction
droogheid dryness
duizeligheid dizziness, vertigo
echtscheiding divorce
edelheid nobleness
edelweiss edelweiss
een geintje maken kid
een klein beetje rather
een sein geven signal
een weinig some
eenheid unit, unity
eeuwigheid aeon, eternity
eigenaar owner
eigenaardig peculiar, typical
eigendom ownership, possession
eigendomsrecht ownership
eigenmachtig arbitrary
eigenschap quality
eigentijds simultaneous
eikehouten oak, oaken
eikel acorn
eiken oaken, oak
eiland island
eilandengroep archipelago
eind offset, distance
einddiploma leaving-certificate
einde end
eindelijk finally, ultimately
Eindhoven Eindhoven
eindig restricted, limited, confined
eindigen expire
eindstation end-of-the-line
eirond oval
eisen postulate, demand
eiwit protein
elektriciteit electricity
erfelijkheid heredity
erkentelijkheid gratitude
evenredigheid rate, proportion
eventualiteit eventuality, contingency
faculteit faculty
feit fact
feitelijk factual, indeed
felheid sharpness
fijnheid tenderness
foei shame
fontein fountain
fortuinlijkheid fortune
fraaiheid beauty
frivoliteit frivolity, silliness
futiliteit trifle
gastvrijheid hospitality
geaardheid character, nature, personality
geboeid fascinated, gripped
gedweeheid tractability, manageability
geestigheid witticism
geheiligd sacred, holy
geheim confidential
geheimenis mystery
geheimzinnig abstruse, mysterious
geil voluptuous
geïnteresseerd interested
geisha geisha
geïsoleerd isolated, secluded
geit goat
geitenmelker nightjar
gekheid nonsense
gelatenheid resignation
gelegenheids- occasional
geleidelijk gradual, gradually
geleiden conduct, lead, head
gelijkheid equality
gemoedsgesteldheid humor, humour
genadigheid favor, favour
geneigd inclined
geneigd zijn incline
geneigd zijn tot incline
gerechtigheid righteousness, justice
gescheiden divorced
geschiktheid fitness, capability, suitability
gesteldheid predisposition, tendency
geveinsd hypocritical, underhanded
gevoeligheid sentiment
geweifel hesitation, wavering
gewichtloosheid weightlessness
gezichtseinder horizon
gezondheid well-being, health
gloeien glow
gloeiend ardent, ablaze, hot
gloeilamp bulb
godgeleerdheid theology
godheid, God god
goede gezondheid well-being
goedheid goodness
groei growth
groeien vegetate
grootheid quantity
guurheid sharpness
haastigheid haste
hachelijkheid danger
hardheid harshness, hardness
hardvochtigheid harshness
hebbelijkheid habit, trick
heftigheid impetus
heide heath
heiden idolator
heidens pagan
heideveld heath
heiho ahoy
heiig misty, fuzzy
heilig holy, sacred
heilige saint
heiligen sanctify
heimwee homesickness, nostalgia
heining fence, barrier
helderheid cleanliness, purity
herleiden reduce
hilariteit laughter
hindoeïstisch Hindu, Hindoo
hoeveelheid quantity
hoffelijkheid politeness
hondsdolheid rabies, hydrophobia
hondsheid impertinence
hongerigheid appetite
hoogheid excellency
identiteit identity
ijdelheid silliness, vanity
in het klein detailed
in verlegenheid brengen embarrass
inleiding introduction, preface
inzonderheid specially, mainly, chiefly, especially
jeugdigheid youth
kapitein captain
karwei job, task
kei boulder
kei- metalled
keihard diehard
keilen throw
keislag- metalled
keisteen flint
keizer emperor
keizerin empress
keizerrijk empire
kiesheid tenderness
klei- clay, stone, earthen
klein diminutive, little, tiny, small
Klein-Mokum Rotterdam
klein hoefblad coltsfoot
kleindochter granddaughter
kleiner worden wane, decline
kleinhandelaar retailer
kleinkind grandson
kleinmaken abase
kleinzoon grandson
klipgeit chamois
knapheid beauty
knoeien swindle, botch, defraud
koeioneren torment
Koeweit Kuwait
kookgelegenheid kitchen
kortademigheid dyspnoea, dyspnea
kuisheid cleanliness, purity
kundigheid ability
lafhartigheid cowardice
lafheid cowardice
lakei lackey
langdurigheid length
leegheid emptiness
lei slate
leiden conduct
Leiden Leiden, Leyden
leiden head, lead
leidend leading
leiding platform, stage, direction
leidraad guide-book
Leitmotiv leitmotif, leitmotiv
Liechtenstein Liechtenstein
liefdadigheids- charitable
liefheid kindness
lieftalligheid sweetness
lijdzaamheid patience
lijfeigene serf
lijfeigenschap serfdom, servitude
lijvigheid thickness
loeien roar
lokaliteit spot, location
Lorelei Lorelei
luchtverontreiniging air-pollution
luiheid laziness
lusteloosheid apathy
Madeira Madeira
majesteit excellency
Maleis Malay
Maleisië Malaysia
Maleisisch Malaysian
malsheid softness, mellowness
manmoedigheid virility
mannelijkheid virility
marktplein fair, market, bazaar, marketplace
matigheid moderation
medeplichtigheid abetment
meegaandheid tractability, manageability
meerderheid majority
meerderjarigheid majority
mei May
meid lass, girl, maid, servant
meier steward, superintendant
meisje fiancée, girl, bride, lass
meizoentje daisy
melaatsheid leprosy
mensheid mankind
menslievendheid charity
met geen mogelijkheid impossibly
met nieuwsgierigheid inquisitively
mildheid mildness, gentleness, balminess, meekness
minderheids- minority
misleiden deceive
misleidend fallacious
misselijkheid disgust, nausea
moeilijk difficult, inconvenient
moeilijkheid difficulty, trouble
moeite effort
moeite doen attempt, endeavour
moerbei mulberry-tree
moerbeiboom mulberry-tree
mogelijkheid possibility
mogendheid power
monseigneur monsignor
monsterachtigheid monstrosity
moraliteit morality
morsigheid dirtiness, untidiness
muzikaliteit musicality
naaigerei sewing-things
naaktheid nakedness, nudity
naar waarheid genuinly
naarstigheid industry
nabijheid vicinity, proximity, neighbourhood
nachtblindheid nyctalopia, night-blindness
nachttrein night-train
nalatigheid remissness, carelessness, negligence
narigheid misery
nationaliteit nationality
nauwgezetheid exactitude, accuracy, precision
nauwkeurigheid exactness
nederigheid humility
neigen tilt, incline
neiging inclination, disposal
neiging tot uitstellen procrastination
nietigheid vanity
nieuwheid newness
nieuwigheid news, novelty
nieuwsgierigheid curiosity
noodzakelijkheid necessity
omheind terrein enclosure
omstandigheid circumstance
onbedorvenheid innocence
onbekrompenheid abundance
onbescheidenheid pretence, high-handedness
onderscheid difference
onderscheid maken differentiate
onderscheiden distinguish
onderscheiding décor, decoration, renown, decor, distinction
oneigenlijk figurative
ongerijmdheid absurdity
ongeveinsd sincere
onheil catastrophe
onnatuurlijkheid affectation
onpeilbaar abysmal
onrein unclean, dirty, soiled, filthy
onreinheid untidiness, dirtiness
onstuimigheid impetus
ontheiligen defile, profane
ontvankelijkheid susceptibility
ontveinzen conceal
onveilig maken infest
onvergankelijkheid eternity
op reis gaan depart, leave
op uw gezondheid cheers
opeisen postulate, demand
openhartigheid sincerity
openheid openness, frankness
oprechtheid sincerity
Orkney Eilanden Orkneys
oudheid antiquity
overeind directly
overeind gaan staan bristle
overerfelijkheid heredity
overheid government
overseinen telegraph
paleis palace
pariteit parity, equality
parkeerterrein lay-by
pastei pie
peignoir négligé, undress
peinzen meditate
pittigheid verve, vivacity
plaveien pave
plaveisel pavement
plechtigheid ceremony
plein plaza
pleinvrees agoraphobia
Pleistoceen Pleistocene
pleitbezorger advocate, lawyer
pleiten plead, plea
Poseidon Poseidon
proteïne protein
puberteit puberty
puriteins puritan
radheid speed
realiteit reality
rei chorus, coir
reiger heron
reikhalzen yearn
rein chaste, pure, clean
reinigen cleanse, purge
reis journey, voyage, trip
reisgids guidebook, handbook
reisplan route
reiziger traveller, traveler
republikeins republican
roeiboot row-boat, rowing-boat
roeien row
roeiriem oar
roeispaan oar
roerigheid riot, tumult
Romeins Roman
rondreis tour
rondreizen wander, migrate, roam
ruimheid width
rustigheid silence
saamhorigheid solidarity
sappigheid verve, vivacity
schamperheid contempt
scheiden divide, disintegrate
scheiding divorce
scheidsrechter umpire, arbiter, arbitrator, referee
scheikunde chemistry
schelheid sharpness
schiereiland peninsula
schoeisel footwear
schoonheid beauty
seinen signal
sierlijkheid gracefulness, grace
sjeik sheikh, sheik
Sleeswijk-Holstein Schleswig-Holstein
slimmigheid ruse
snelheid speed
snelheidsgrens speed-limit
snoeien shear, prune, clip
sociëteit society, club
soeverein sovereign
spaarzaamheid economy
speeksel afscheiden salivate
speelterrein playground
spelleider stage-manager
spoedeisend urgent, pressing
sprakeloosheid aphasia
sproeien squirt, irrigate
statigheid majesty
steiger pier, landing-stage
steil steep, abrupt
stijfheid rigour, rigor
stiptheid precision, exactitude, accuracy, exactness
stugheid hardness
surveillant taskmaster
taaleigen idiom
tafelzeil oilcloth
teil tub, vat
teint complexion
terrein terrain, grounds
terughoudendheid abstention
tevredenheid contentment, satisfaction
toebereiden prepare
toereiken suffice
toereikend zijn suffice
toevalligheid accidence, hazard
tot in het oneindige endlessly
Transkei Transkei
treincoupé coupé
uitbreiden enlarge, augment
uiteinde end, ending
uiteindelijk final
uitgebreid ample, extensive, bulky, comprehensively
uitreiken procure
uitreiking distribution
uitroeien exterminate
uitscheiden secrete
universiteit university
vallei valley
van klei earthen, clay, stone
variëteit variety
vasthoudendheid perseverance
veilig safe
veilig stellen insure
veiligheid safety
veiligheidsspeld safety-pin
veiling auction
veilingmeester auctioneer
veinzen dissemble
veinzer hypocrite
verachtelijkheid abjection
verantwoordelijkheid responsibility
verbreiden spread
vereisen demand, postulate
verhevenheid majesty
verleiden seduce, entice
verleiding temptation
vermoeid tired
vermoeiend tiresome
verscheidene several
verspreiden rarefy, spread
verspreiding publicity, propaganda
verwardheid confusion
viesheid untidiness, dirtiness
vijandigheid enmity
vleien flatter
vleiend coaxingly
vleierij flattery
vloeien flow
vloeiend fluent
vloeipapier blotter, blotting-paper
vloeistof liquid, fluid
vloerzeil linoleum
vlotheid freedom
volgzaamheid tractability, manageability
volkomenheid perfection
volmaaktheid perfection
voorbereiding preparation
voorbereidsel preparation
vooringenomenheid prejudice
voorkomendheid kindness
vrijheid freedom
vrijpostigheid impertinence
waarachtigheid truth
waardigheid dignity
waarheid truth
wasgelegenheid washroom
waterschuwheid hydrophobia
weekeinde week-end
weekheid softness, mellowness
weetgierigheid curiosity
wei serum, meadow
weide meadow
weiden graze
weids resplendant
weigering refusal
weiland meadow
weinig few
weit wheat
wereldreiziger globe-trotter
werkeloosheid unemployment
werkloosheid unemployment
wijsheid wisdom
witgloeiend incandescent
zachtaardigheid meekness, leniency, balminess, mildness
zachtheid mildness, softness, mellowness, balminess
zedelijkheid morality
zeildoek oilcloth
zeilen sail
zeilvliegtuig glider, sailplane
zeis scythe
zekerheid safety
zelfbewustheid self-assurance, aplomb
zich eigen maken adopt
zich onderscheidend distinctive
zindelijkheid purity, cleanliness
zoetigheid candy
zwaartillendheid pessimism
zwartheid blackness
Dutch as an Influencer
The English language has much to thank Dutch for. Dutch settlers came to the American colonies during the 17th century and added a few words to the vocabulary. Words like Santa Claus, waffle, blink, cookie, bazooka, gin, and iceberg wouldn’t exist without it.
Learning Dutch is Easier for English Speakers
Given the influence Dutch has had on English, it makes sense that Dutch is easier for speakers to learn. This is in part because Dutch, German, and English have similar roots. It’s between English and German. It only has two definite articles, “de” and “het” to English’s one “the” and German’s “der”, “die”, “das”. But Dutch words are more difficult to pronounce. The way words are pronounced indicates to a native speaker whether they’re talking to a second-language speaker.
Dutch is a Melting Pot of Languages
Just as English owes a lot to Dutch for contributing to its vocabulary, Dutch owes the same to other languages. It picked up words like jus d’orange (orange juice) and pantalon from French, mazzel (lucky) and tof (cool) from Hebrew and others. Dutch also incorporates texting and social media slang from English as well as street slang from places like Morocco, the Antilles, and Suriname.